De Verenigde Staten kunnen veel meer profiteren van synthetische biologie. Daartoe moet de chemische industrie de biologische alternatieven oppikken, stelt de National Research Council in een zojuist verschenen rapport met de toepasselijke titel ‘Industrialization of Biology’.

Volgens Thomas Connelly, ceo van de American Chemical Society en voorzitter van de commissie die het rapport heeft opgesteld, zijn het ‘opwindende tijden voor chemici’. De ex-manager van DuPont ziet biologische en enzymatische processen als uitbreiding van de bestaande gereedschapskist voor chemische synthese. ‘Als ik zie wat je biologisch kunt doen bij kamertemperatuur, atmosferische druk en milde condities, dan zie ik dezelfde principes äls in de traditionele chemie maar dan toegepast op nieuwe en opwindende manieren.”

Het rapport, opgesteld in opdracht van het ministerie van Energie (DoE) en de National Science Foundation, bevat een roadmap voor de komende tien jaar. In die tijd moeten méér organismen genetisch worden verbouwd om stoffen te produceren die nu nog op aardoliebasis worden gemaakt, moeten de kosten van hun eten omlaag, moeten meer koolstofbronnen geschikt worden gemaakt voor fermentatie, en moeten er nieuwe technieken worden ontwikkeld om van die fermentatie een echt continuproces te maken.

Daarbij zou de chemische industrie een voorbeeld kunnen nemen aan de farmaceutische industrie en de landbouw die al wat verder zijn met de inzet van gen-organismen bij de productie van bijvoorbeeld enzymen en biobrandstoffen.

Ook moet de overheid komen met streefpercentages voor de biologische bijdrage aan de industrie, moet het Environmental Protection Agency (EPA) haast maken met het aanpassen van risicoanalyse en regelgeving aan deze nieuwe vorm van biotechnologische bedrijvigheid, en moeten biotechbedrijven samenwerken met universiteiten om te zorgen dat er voldoende vakspecialisten worden opgeleid.

bron: C&EN