Een uitschieter was de 2023-editie toen over de gehele linie de salarissen omhoog schoten, vooral in de vorm van inflatiecorrectie. Maar kijken we naar de cijfers over 2024 dan is alles weer gekalmeerd. Van spectaculaire uitkomsten of opvallende trends lijkt geen sprake. ‘Had je dat dan verwacht?’, vraagt een ironisch glimlachende Sven Hemmink, directeur van CheckMark Labrecruitment en al jaren vaste partner van het Bèta Beloningsonderzoek (en tevens hofleverancier van respondenten). Toch is er genoeg te bespreken, want er zijn ook enkele nieuwe onderwerpen in de vragenlijst opgenomen die arbeidsmarktbreed al langer hot zijn.  

Broekriem 

Zoals ‘werkdruk’. De helft van de respondenten vindt de werkdruk ‘normaal’, terwijl iets minder de helft aangeeft dat de werkdruk ‘hoog’ is. Slechts een heel klein deel ervaart ‘te hoge’ (of, opgevallend genoeg, ‘te lage’) werkdruk. Als reden voor de hoge werkdruk geeft wordt het vaakst ‘onderbezetting’ genoemd. Is dat een teken dat de arbeidsmarkt nog steeds erg krap is, waardoor het bedrijven niet lukt om vacatures (snel) te vullen?‘Nee, dat is een te simpele redenering’, zegt Hemmink. ‘We zien namelijk ook, al langer, dat bedrijven heel voorzichtig zijn met het uitzetten van vacatures. De broekriem wordt aangetrokken. Het grossiert niet in vacatures, terwijl de vacatures die er zijn echt wel worden ingevuld. Je moet soms even goed zoeken, maar het lukt wel.’

‘We zien al langer, dat bedrijven heel voorzichtig zijn met het uitzetten van vacatures’

Sven Hemmink, CheckMark Labcruitment

Hemminks collega, commercieel directeur Cora Bos merkt nog iets anders op uit gesprekken met klanten. ‘Dan valt wel de opmerking dat ze vinden dat mensen snel van baan wisselen. Die snelle roulatie betekent dat je steeds weer nieuwe mensen moet inwerken en in ‘ons’ soort functies moet je bepaalde zaken echt even onder de knie krijgen. Dat kost tijd en als er dan vaak wordt gewisseld, zorgt dat ook voor een hogere werkdruk.’  

Dynamiek 

Het Bèta Beloningsonderzoek is altijd een blik terug, nu naar 2024, terwijl de ontwikkelingen heel snel gaan. De chemische industrie heeft het zwaar, fabrieken worden gesloten of stilgelegd en investeringen worden uitgesteld. Ook in de life sciences hoek zijn er veel bewegingen. Hemmink: ‘Er gebeurt veel in de sector en zaken als flinke reorganisaties, dat merken we wel. We zien dan altijd twee cohorten. Eerst de mensen die nog maar net bij het betreffende bedrijf binnen zijn of een flexcontract hebben, die melden zich meteen. De tweede groep zijn de mensen die al langer in dienst zijn, die wachten vaak eerst het sociaal plan af en gaan zich dan oriënteren.’

Hoe vervelend deze dynamiek ook is voor de betrokkenen, het betekent ook weer aanvoer voor de krappe arbeidsmarkt. Zijn deze ‘vrijgekomen’ mensen dan ook snel weer aan de slag? ‘De analisten uit die fabrieken, vaak QC analisten, vinden hun weg wel weer, al moeten zij vaak iets inleveren. Bij contractlaboratoria is over het algemeen wel werk, maar die betalen echt minder dan de grote industriële bedrijven.’ Het verbaast Hemmink dat er in alle berichtgeving over de malaise in de chemische industrie niet wordt gerept over de salarissen. ‘De industrie betaalt echt goed vergeleken met andere partijen in de chemie en life sciences sector. En daar zit ook nog steeds stijging in. We lezen vooral dat bedrijven hun plants in Nederland sluiten vanwege hoge energiekosten en extra heffingen, maar dat arbeid hier ook kostbaar is, daar lees ik niets over.’  

‘De mogelijkheid om ook deels vanuit huis te werken is wel iets waar door kandidaten naar wordt gevraagd’

 

Thuiswerken 

Nog iets anders uit het onderzoek: thuiswerken. Ook veel over te doen, maar hoe staat dat in ‘onze’ sector? Ruim een derde werkt nooit thuis en van de mensen die dat wel doen, beperkt zich dat voor het grootste deel tot een dag per week. Zeker geen gewoonte dus. Maar bij CheckMark interpreteren ze die cijfers precies tegenovergesteld. ‘Tweederde werkt een of meer dagen thuis’, zo meldt hun rapportage. Volgens Hemmink zijn dat wel degelijk opvallende cijfers. ‘Ik vind dat best een grote verandering, want nog maar vijf jaar geleden, voor covid, bestond thuiswerken in de labsector simpelweg niet. Nu zien we, zeker bij de iets zwaardere functies, dat dit heel normaal is geworden al blijft het grotendeels beperkt tot een dag per week.’

Het in ieder geval een gangbaar onderwerp geworden, zegt Bos. ‘De mogelijkheid om ook deels vanuit huis te werken is wel iets waar door kandidaten naar wordt gevraagd.’ Tegelijkertijd is het geen gegeven, merkt Hemmink op. ‘De sector is nog redelijk conservatief op dit front. Ook bij zware functies, zeg een senior scientist die vanwege de afstand graag drie dagen remote wil werken, krijg je dat er niet door. Meer dan twee dagen thuiswerken is vaak echt een probleem.’ Of dat zo blijft, dat moet een volgend onderzoek uitwijzen. Resultaten uit het verleden leveren echter bij het Bèta Beloningsonderzoek best een aardige voorspelling voor de toekomst.