Een pilot van hogescholen onderzoekt de mogelijkheid van een ‘professioneel doctoraat’, een complementaire tegenhanger van de PhD. Met ruim tachtig deelnemers – met groeimogelijkheden tot het dubbele – en veel enthousiasme hopen de voortrekkers dat het breed draagvlak zal vinden in de samenleving.

‘Met deze pilot beweegt het praktijkgericht onderzoek zich weer dichter naar volwassenheid’, begint Rogier Nijssen, lector aan hogeschool Inholland. Hij refereert naar een initiatief van de vereniging van hogescholen dat is opgezet – ‘misschien uit een soort van professionele frustratie’ – om een alternatief te bieden voor de universitaire PhD-opleiding: het professioneel doctoraat (PD).

Rogier Nijssen

Rogier Nijssen

Die motivatie was meerledig, zegt Nijssen. ‘Ten eerste het bestaan van een “ius promovendi” exclusief voor universiteiten.’ Er was eerder wel sprake van het idee om lectoren ook promotierecht te geven, maar dat sluit niet goed aan bij de hbo-filosofie, aldus Jasmijn Ruijgrok, die momenteel bij Inholland deelneemt aan de pilot als PD-kandidaat. ‘Een PhD in de scheikunde is vaak heel fundamenteel. Zou je dat als hogeschooldocent doen, dan is het moeilijk om tijdens je onderzoek hbo-studenten mee te nemen. Het zou juist mooi zijn als je in dat onderzoek direct een link met praktijk en bedrijven kunt leggen.’

‘We willen laten zien dat je met een bedrijfspartner binnen jaren impact kunt maken’

Rogier Nijssen

Gechargeerd

Een andere beweegreden is het aantal ‘urgente key technology-vraagstukken waarvoor je niet nóg twintig jaar hebt om academisch te rotzooien en te hopen dat iemand er wat mee gaat doen’, vervolgt Ruijgrok. Nijssen beaamt dat enigzins gechargeerd: ‘Een universitaire groep doet fundamenteel werk, vaak al decennialang. Je maakt “een stapel papier” en daarop promoveer je, maar de impact op het veld laat soms tientallen jaren op zich wachten.’

Daartegenover zet Nijssen de toepassingsgerichte mentaliteit van lectoraten. ‘Die richten zich op onderwerpen als energietransitie, techniek en digitalisering, dingen waarmee je direct aan de slag kan’, zegt hij. ‘Kijkend naar Jasmijns project, dat schrijven we op en publiceren het ook, maar we willen juist laten zien dat je met een bedrijfspartner binnen jaren impact kunt maken in plaats van dat je decennia nodig hebt.’

‘Want wie leest de papers die ik publiceer?’ vraagt Ruijgrok hardop. ‘Niet de procesoperators die ik wil bereiken. Met andere woorden, je moet nadenken over hoe je de juiste mensen bereikt: welke vormen van wetenschapscommunicatie moet je inzetten voor welke doelgroep?’

‘Je hebt niet nóg twintig jaar om academisch te rotzooien aan de urgente vraagstukken’

Jasmijn Ruijgrok

Geen concurrentie

Wel wil Nijssen wat nuance inbrengen. ‘Het professioneel doctoraat-programma is géén concurrentie voor universitaire PhD’s, maar het is complementair. Ik denk dat we op deze manier het hele veld robuuster en interessanter maken.’ Een concreet verschil tussen een PD en PhD is: geen nadruk op wetenschappelijke artikelen schrijven, maar een portfolio aanleggen in de vorm van prototypes of businessmodellen waarbij je streeft naar directe impact in het werkveld tijdens de looptijd van een PD. ‘De vraag waar een PD’er zich op richt is dus ook werkveld-gestuurd’, legt Ruijgrok uit. ‘Voor mij bestaat het portfolio uit onder andere een reactorontwerp en een onderwijsontwerp. Vooral met het laatste kun je denk ik veel potentiële impactmakers creëren, dat is wel heel tof. Maar het portfolio van een PD die door een sociologische bril naar de energietransitie kijkt zal er heel anders uit zien.’

Doorsnede modellen

Doorsnede modellen

Toerisme

stagiaire op lab

stagiaire op lab

Ruijgrok betrekt ook heel actief studenten bij het PD-onderzoek, zegt Nijssen. ‘En niet alleen vanuit onze eigen opleidingen, maar bijvoorbeeld ook vanuit de accountancy, dus studenten met een heel andere optiek.’ En omdat directe impact op de praktijk het doel is, ‘moet het geheel ook sterk multidisciplinair zijn, je hebt andere disciplines echt nodig’, voegt Ruijgrok toe.

De pilot is nu nog breed thematisch opgebouwd. ‘Ons domein is energie en duurzaamheid, maar er zijn ook projecten in het thema kunst en creatief’, zegt Nijssen. Ruijgrok richt zich binnen het thema op materiaalkunde, waar anderen onderwerpen als biogas, waterstof, het elektriciteitsnet en energiegemeenschappen onderzoeken. ‘Maar zo is er ook een PD uit het toerismedomein die kijkt naar plasticafval dat door toerisme wordt veroorzaakt’, zegt ze. ‘Dus een heel chemisch onderwerp – gekoppeld aan recycling – maar wel vanuit een compleet andere hoek.’

Wat is er nodig om dit erdoor te krijgen in Nederland? ‘Het professioneel doctoraat moet wettelijk verankerd worden’, zegt Nijssen. ‘Als het in de wet is opgenomen als een erkende graad, dan gaat het lopen. Daarnaast zal structurele financiering nodig zijn voor dit soort dingen, vergelijkbaar met de PhD-beurzen en de promotiebonus op universiteiten. En natuurlijk veel communicatie en tamtam over dit programma, zodat mensen én bedrijven weten dat dit bestaat en wat de voordelen hiervan zijn.’

portret Jasmijn Ruijgrok

Jasmijn Ruijgrok

Uit het leven van PD-student Jasmijn Ruijgrok

‘Ik wilde graag in het onderzoek blijven. Kijk je binnen mijn vakgebied – scheikunde – dan is bijna iedereen gepromoveerd. Het professioneel doctoraat was voor mij de perfecte kans om lang op een onderwerp te zitten. Normaal zijn projecten op het hbo veel korter, nu heb ik zes jaar de tijd om gefocust aan een onderwerp bezig te zijn.

Het is een mooie combinatie van op het lab staan en onderwijs geven. De bedrijven waarmee we samenwerken in dit project fungeren ook direct als stageplekken voor onze studenten. Er is dus veel meer continuïteit en studenten vinden het ook superleuk om aan iets actueels en concreets mee te werken. Ik merk dat dat heel motiverend werkt, zowel voor hen als voor mij, omdat ik hun enthousiasme voor het vak zie groeien.

De vrijheid van de pilot is ook heel fijn. Het is niet super strak gekaderd en ik kan mijn portfolio zo opbouwen met dingen waarvan ik denk dat ze aansluiten. Uiteindelijk is het in ons vakgebied wel logisch dat je je onderzoek ook publiceert, maar we kiezen dan wel voor een applied journal. Al met al vind ik het vooral gewoon heel erg leuk!’