Het middelbaar beroepsonderwijs kan een rol van betekenis spelen in de wereld van innovatie en onderzoek. Daar is practor Rianne Veldt-Meijer van overtuigd. ‘Kleine mbo-innovaties zijn heel belangrijk, maar niet zo spectaculair of zichtbaar.’

Bij innovatie wordt al snel de link gelegd met universiteiten en hogescholen als bron van nieuwe inzichten en vindingen. ‘Maar vaak zijn het de mbo’ers die deze vernieuwingen in de praktijk brengen’, zegt Rianne Veldt-Meijer, practor Bio Sciences en docent Middelbaar Laboratorium Onderwijs bij mboRijnland. ‘Mbo’ers hebben een hands-on-mentaliteit en in het werk dat ze doen zetten zij de wo- en hbo-innovaties om naar de praktische toepassingen daarvan.’

Veldt-Meijer ziet in haar lessen en projecten dat mbo’ers heel geschikt zijn voor onderzoek vanwege hun creativiteit en kritische houding. ‘Als hbo’ers een analyse ontwikkelen, gaan mijn studenten daarmee aan de slag: grote hoeveelheden samples meten en kritisch kijken naar de analyses.’ Iets anders dat veelal over het hoofd wordt gezien is het grote aantal kleine innovaties die juist daar hun oorsprong vinden.

‘Op deze manier creëer je leerwerkomgevingen die hen voorbereiden op het echte leven’

Ze noemt als voorbeeld een student die bij zijn stagebedrijf wat analyses had uitgevoerd. ‘Door de methode hier en daar een beetje te optimaliseren, werden de resultaten van die analyses veel beter. Dat soort kleine innovaties zijn heel belangrijk, maar niet zo spectaculair of zichtbaar.’ Sinds 2023 werkt Veldt-Meijer als practor (‘professor of lector van het mbo’) en is onderdeel van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Bio Sciences. ‘Als practor doe je praktijkgericht onderzoek, waarbij we werkveld en onderwijs willen verbinden.’

Koolmees

Zo werkt het practoraat onder andere samen met het tuinbouwbedrijf Delphy. De samples worden door de studenten ontvangen en voor het bedrijf gemeten op analyseapparatuur die op school staat. ‘Daardoor leren ze de analysetechnieken kennen én leveren ze direct waardevolle data voor het werkveld. Hiermee proberen wij de studenten nog sterker een onderzoekende houding bij te brengen.’

Een ander voorbeeld van studentenonderzoek is de samenwerking met het practoraat Water en Bodem bij de Blauwe Hotspot Water, Bodem en Klimaat en Yuverta, een ‘groen’ opleidingsinstituut voor het vmbo en mbo. Studenten van de opleiding leefbare stad en klimaat van Yuverta verzamelen water- en grondsamples van lokale boeren of uit een bepaalde wijk. Op basis van analyses geven zij dan advies over bemesting of beplanting. ‘Voorheen keken ze slechts naar de kwalitatieve data die zij zelf bepaalden met eenvoudige apparatuur, maar wij verzorgen nu de kwantitatieve data, waardoor er meer parameters zijn en je nauwkeuriger kunt meten. Hierdoor zijn de adviezen beter op de metingen af te stemmen’, aldus Veldt-Meijer.

HR_Practoraten 14_20241017 - JLA - 20241007

Beeld: Stichting Practoraten

Ook het ‘Meet de mees’-project van het lectoraat Analytical Biosciences van Hogeschool Leiden krijgt hulp van een mbo-stagiair. Dit citizen science-onderzoek zet de koolmees in als biomonitoring tool voor de verspreiding van bestrijdingsmiddelen, en daarvoor verzamelen ze met hulp van burgers niet-uitgekomen eieren en dode jonge koolmezen die na afloop van het broedseizoen achterblijven. ‘Veel data, veel samples die geanalyseerd moeten worden, dus ideaal voor mbo’ers om ervaring op te doen in een maatschappelijk relevant project.’

GMP-lab

Veldt-Meijer vertelt dat onder de vlag van het CIV de studenten van de laboratoriumopleiding mboRijnland een Good Manufacturing Practice (GMP) trainingsweek volgen. Deze wordt verzorgd door de Biotech Training Facility en Johnsson & Johnsson Innovative Medicine, beide zijn CIV-partners in Leiden. ‘Zo kunnen de studenten zich onderdompelen in hoe je in een GMP-lab werkt, hoe je je kleedt, waarom dat belangrijk is enzovoort. Vanuit de schoolomgeving gaan ze echt het veld in. Op deze manier creëer je leerwerkomgevingen die hen voorbereiden op het echte leven.’

Ze hoopt dat deze aanpak ook de zichtbaarheid van mbo’ers vergroot. ‘Ik zou het heel mooi vinden als mensen gaan zien wat de waarde is van mbo’ers, omdat ze nog vaak vergeten worden.’ Daarom wil ze ook projecten opzetten waarbij wo, hbo én mbo interdisciplinair gaan samenwerken in plaats van de kleine losse stapjes waarbij het mbo nu wordt betrokken. ‘Het moet wat serieuzer worden. Ik denk namelijk echt dat de praktijkvaardigheden van mbo’ers een waardevolle aanvulling kunnen zijn op de theoretische kennis van hbo’ers en wo’ers.’