Een werkend placebomiddel is goud waard, aldus Enith Vlooswijk, zolang het maar niet echte medicijnen verdringt.
Bananen zijn een wondermiddel tegen alles. Dat wil zeggen, als je alle verhalen gelooft die over bananen de ronde doen. Zo slaap ik de laatste tijd nogal slecht, wat volgens mijn vriend te maken kan hebben met een chronisch magnesiumtekort. Hij raadt me telkens aan om meer bananen te eten, want daar zit magnesium in.
Nu valt het met dat tekort volgens wetenschappers wel mee – slechts een of twee procent van de Nederlanders krijgt te weinig magnesium binnen. Maar wat als ik precies zo’n pechvogel ben? Dan moet ik behoorlijk veel bananen eten om aan mijn dagelijks aanbevolen 300 milligram magnesium te komen: zo’n acht of negen bananen per dag, rekende ik uit. Daar krijg ik vooral constipatie van. Gelukkig zit magnesium ook in andere voedingsproducten, zoals noten, bruinbrood en spinazie.
De pianiste Rachel Breen werkte onlangs in de coulissen acht bananen weg om zo goed mogelijk te presteren tijdens de finaleavond van de Koningin Elisabethwedstrijd. De bananen zouden ‘natuurlijke bètablokkers’ bevatten en dus goed zijn tegen podiumangst.
Bètablokkers zijn moleculen die de werking van stresshormonen blokkeren en zo de bloeddruk laag houden en het hartritme rustig. Dat ze zouden werken tegen podiumangst is wetenschappelijk onbewezen; ook met een rustige hartslag kun je keiharde faalangst houden.
‘Dat bewerkstellig je niet door haastig een berg bananen weg te kauwen’
Dat bananen stoffen zouden bevatten die stresshormonen blokkeren, is al helemaal onzin. Wel zit er kalium en tryptofaan in. Kalium helpt bij het reguleren van onze bloeddruk en tryptofaan is een aminozuur dat we nodig hebben bij de aanmaak van serotonine. Serotonine beïnvloedt onze stemming, onze slaap en onze eetlust.
Kortom, een gezonde dosis kalium en tryptofaan in ons bloed draagt zeker bij aan een lage bloeddruk en een opgewekt humeur, twee zaken die tijdens een optreden wel van pas komen. Alleen bewerkstellig je dat vooral met een langdurig gevarieerd dieet – niet door haastig een berg bananen weg te kauwen.
Nu kunnen wij diep zuchten en met onze ogen rollen over zoveel malligheid, maar een werkend placebomiddel is volgens mij goud waard. Zolang het op cruciale momenten maar niet de plaats inneemt van echte medicijnen.
In de tijd dat de banaan voor het eerst ons land bereikte, hielden mensen er veel ergere overtuigingen op na. Bij een tentoonstelling over Johan de Witt in het Dordrechts Museum zag ik een opengeslagen medische verhandeling over de geneeskrachtige werking van ‘nonnenvocht’. Er moet indertijd een levendige handel in zijn geweest. Het maagdelijke vocht dat van overleden kloosterzusters werd afgetapt, hielp helaas niet tegen de kwalen van De Witts geliefde echtgenote, Wendela Bicker. Zij stierf op 33-jarige leeftijd ‘na een ziekbed van vier dagen’.
Waaraan ze stierf, was nergens te lezen, maar ik vermoed dat nog geen drie trossen bananen haar hadden kunnen genezen. Laat staan een druppeltje nonnenvocht.

Nog geen opmerkingen