Vrouwen die een halve eeuw geleden in de baarmoeder zijn blootgesteld aan bovengemiddeld veel DDT, hebben nu een verhoogde kans op borstkanker. In elk geval statistisch, melden Amerikaanse onderzoekers in het Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism.

Dat dat nu pas wordt ontdekt, houdt verband met het feit dat de meeste gevallen van borstkanker sowieso pas op latere leeftijd optreden. Eerder waren het er domweg nog niet genoeg om een conclusie te trekken die statistisch enigszins verdedigbaar was.

Dat DDT, voluit dichloordifenyltrichloorethaan, werd na de Tweede Wereldoorlog op grote schaal gebruikt als insecticide. In de jaren 60 raakte het in diskrediet, omdat het zich bleek op te hopen in het milieu en dan ook de nuttige insecten uitmoordde. Bij mensen heeft het een hormoonverstorende werking maar tot nu toe leken de gevolgen erg mee te vallen. Er zijn landen waar DDT nog steeds wordt ingezet tegen malariamuggen - het middel leek lang zo erg niet als de kwaal.

Maar Berkeley-onderzoeker Barbara Cohn had al eerder aanwijzingen dat blootstelling aan DDT vóór het 14e levensjaar de kans op borstkanker verhoogt. Bovendien is minstens één andere hormoonverstoorder bekend, diethylstilbestrol oftewel DES, die zéker schade aanricht wanneer je haar via de placenta binnenkrijgt.

De huidige publicatie is gebaseerd op bewaard gebleven bloedmonsters die tussen 1959 en 1967 zijn genomen tijdens zwangerschappen in Alameda County, Californië. Van de 9.300 dochters die toen werden geboren, hebben er inmiddels 118 borstkanker gekregen. Het bloed van hun moeders werd vergeleken met dat van 354 monsters van moeders wiens dochters anno 2012 (nog) géén borstkanker hadden.

En als je dan het kwart van de monsters met de hoogste DDT-gehaltes vergelijkt met het kwart met de laagste concentraties, dan maakt dat voor de kans op borstkanker bij de dochters een factor 3,7 uit.

Het bewijst nog niet dat er een causaal verband is, en Cohn heeft überhaupt nog geen flauw idee wat dat verband dan op moleculaire schaal zou moeten zijn. Maar statistisch gezien denkt ze alvast te kunnen uitsluiten dat het aan leeftijd, ras of (over)gewicht van de moeder ligt.

Het zou kunnen inhouden dat ons nog een golf van ziektegevallen te wachten staat. De auteurs waarschuwen trouwens ook voor ‘oud’ DDT dat nog in het poolijs zit en vrijkomt wanneer dat door klimaatverandering smelt.

Het goede nieuws is dat in de Westerse wereld de meeste DDT inmiddels uit het milieu is verdwenen. Maar het benadrukt wél de noodzaak om iets anders uit te vinden tegen malaria.

bron: Le Monde