Om plagiaat effectief op te sporen moet je de hele tekst van publicaties scannen en niet alleen de abstract. En technisch is dat tegenwoordig geen probleem meer, meldt Harold Garner (Virginia Bioinformatics Institute) in PLoS ONE.

Het artikel meldt het nieuwste wapenfeit van de eTBLAST-vergelijkingssoftware, waar Garner en collega’s al jaren aan werken. Dit keer hebben ze er 72.011 biomedische publicaties mee gescand die ze aantroffen in de database PubMed Central.

 

In die stapel troffen ze 150 paar artikelen aan waarvan zowel de abstract als de volledige tekst sterk op elkaar leken, 598 paren waarvan de abstracts sterk overeenkwamen maar de verdere inhoud niet, en 282 paren waarbij het net omgekeerd was.

 

Bij eerdere na-apers-opsporingspogingen werd in eerste instantie alleen naar de abstract gekeken, en werd de volledige tekst pas gescand als die abstract een verdenking van plagiaat opriep. Uit de jongste resultaten valt op te maken dat dat meestal goed werkt, maar dat ook heel wat fraudeurs zo slim zijn om de abstract wél volledig te herschrijven.

 

Voorwaarde is uiteraard wel dat je bij de volledige teksten kunt. Bij open access-publicaties is dat geen probleem, de rest zal de uitgever zélf op fraude moeten scannen.

 

Overigens hoeven niet alle gevonden paren plagiaatgevallen te zijn. Vaak zit de overlap in de beschrijving van de onderzoeksmethode, en dat men die standaardiseert is niet meer dan logisch.

 

bron: Virginia Tech

Onderwerpen