Methyllauraat is het feromoon waarmee vrouwelijke fruitvliegjes de Or47b-geurreceptoren van hun mannelijke partner activeren. Die is daarna niet meer te houden, ontdekten onderzoekers van het Max-Planck-Institut für chemische Ökologie in Jena.

Het zou het laatste stukje moeten zijn dat nog miste aan de puzzel die fruitvliegjesseks heet. Duidelijk was al dat Drosophila melanogaster zich laat aansturen door een mix van aantrekkings- en afstotingssignalen, maar tot nu toe waren alleen de negatieve feromonen geïdentificeerd.

In PNAS beschrijven Hany Dweck en collega’s nu hoe ze geurmonsters hebben genomen van duizenden vrouwelijke fruitvliegjes. Met uiterst gevoelige thermische desorptie-gaschromatografie (TD-GC-MS) bepaalden ze welke geurstoffen er in zaten, waarna ze die één voor één uitprobeerden op al dan niet gemuteerde fruitvliegjes.

Zo kwamen ze er dus achter dat alleen methyllauraat de Or47b-receptoren activeert, en dat die receptor en het neurale mechanisme daarachter essentieel zijn voor optimale seksuele prestaties van de mannetjes.

Daarnaast is er nog een tweede systeem dat draait rond de geurreceptor Or88a, en dat niet alleen reageert op methyllauraat maar ook op de wat langere vetzuuresters methylmyristaat en methylpalmitaat. Dit systeem staat helemaal los van het eerste en lijkt te dienen om mannetjes en vrouwtjes aantrekkelijk voor elkaar te maken

Opvallend is dat andere Drosophila-soorten met precies dezelfde positieve feromonen lijken te werken. Het mechanisme dat copulatie met een andere soort voorkomt, zit dus kennelijk verwerkt in die negatieve feromonen die kennelijk wél soortspecifiek zijn.

bron: Max-Planck-Institut für chemische Ökologie