Diamanten-uit-het-lab zijn inmiddels nauwelijks van natuurlijke stenen te onderscheiden. Dat biedt mogelijkheden voor goedkopere juwelen, maar vooral ook voor allerlei technische toepassingen. ’We kunnen de kristallen precies zo maken als we willen.’
Diamanten lijken hun exclusieve glans te verliezen. De prijzen voor deze edelstenen zijn de afgelopen twee jaar met maar liefst 40 procent gedaald. Een van de redenen? Synthetische diamanten, edelstenen die je niet uit de bodem hoeft te halen en gewoon in het lab kan groeien. In de basis bestaat diamant enkel uit koolstofatomen die in een strakke kristalstructuur zijn gedrukt. De aarde doet er miljarden jaren over om deze structuur te maken, en dat maakt ze zo zeldzaam en waardevol.
Tegenwoordig komen de meeste diamanten uit mijnen in Rusland, Australië, Canada en Zuidelijk Afrika. ‘De mijnbouw zorgt hier voor veel werkgelegenheid, en er zijn de afgelopen jaren veel meer regels gekomen om dit goed te laten verlopen’, vertelt Hanco Zwaan, onderzoeker bij het Nederlands Edelsteen Laboratorium van Naturalis in Leiden. ‘Maar toch zie je nog steeds wel eens nare omstandigheden, en heeft het natuurlijk wel effect op mensen en het milieu.’
Het is dan ook niet zo gek dat onderzoekers al jaren zoeken naar een manier om diamanten in het lab te maken. De klassieke methode om dit te doen bootst eigenlijk gewoon het proces in de aarde na. ‘Je kunt vrijwel elk koolstofrijk materiaal, samen met wat metalen, in een machine stoppen die dit onder hele hoge druk en hoge temperatuur samenperst’, vertelt Ivan Buijnsters, universitair hoofddocent micro- en nanotechnologie aan de TU Delft. ‘Dit werkt typisch met grafiet, maar in theorie ook met pindakaas. En na een week heb je dan een kleine diamant van een paar millimeter.’
Als lid van de KNCV, KVCV, NBV, of NVBMB heeft u onbeperkt toegang tot deze site, u kunt hier inloggen.