Vanaf juni kan elke Nederlander met verkoudheidsklachten zich laten testen op het SARS-CoV-2. Dit betekent in de praktijk dat we naar zo’n 30.000 tests per dag zouden kunnen gaan.

Maar hebben we wel voldoende apparatuur en materialen voor zoveel tests? ‘Jazeker’, is het geruststellende antwoord van arts-microbioloog Ann Vossen (LUMC), tevens voorzitter van de landelijke taskforce moleculaire diagnostiek.

In de maanden maart en april was er nog sprake van ernstige tekorten bij laboratoria die patiënt-monsters testen op het nieuwe coronavirus. ‘De problemen lagen vooral in de DNA/RNA-extractiekits’, verklaart Vossen. ‘De fabrikanten leverden wel, maar alleen in kleine hoeveelheden. Tijdens de uitbraak kon de aanvoer de vraag daardoor niet aan. Dat zag je overal in Europa.’

Inmiddels gaat het volgens Vossen op twee manieren beter. ‘Ten eerste neemt de aanvoer van materialen toe. En ten tweede hebben we apparatuur inclusief toebehoren van andere merken kunnen inschakelen. Daarmee lijkt de grootste crisis voorbij.’

Er worden zelfs al plannen gemaakt voor testen in het najaar. ‘We zijn voorbereid op een eventuele nieuwe piek in de herfst. Mocht de nood echt aan de man zijn, dan kunnen we ook nog de teststromen gaan spreiden over zogenaamde ‘pandemielabs’, zoals de labs van bloedbank Sanquin, baarmoederhalskanker-diagnostiek en veterinaire geneeskunde.’