Overheden en staatsbedrijven van de G20-landen steken jaarlijks 88 miljard dollar in de exploratie van nieuwe fossiele brandstofvoorraden. Ruim tweemaal het bedrag dat de twintig grootste private energiebedrijven er zelf nog voor over hebben, heeft het Overseas Development Institute berekend.

Volgens een zojuist verschenen rapport betreft het zowel rechtstreekse subsidies als belastingvoordelen. De Britse denktank noemt het zonde van het belastinggeld, zeker gezien recente schattingen dat een eventuele redding van het klimaat inhoudt dat tweederde van de nu bekende olie-, gas- en steenkoolvoorraden nooit zal kunnen worden gewonnen.

Bovendien maakt het pijnlijk duidelijk wat de huidige beloften op het gebied van klimaatbeheersing waard zijn. Vijf jaar geleden beloofde de G20 dat subsidies op fossiele brandstoffen op termijn zouden worden afgeschaft maar sindsdien zijn de bedragen alleen maar hoger geworden. En de meeste van de twintig landen willen de uitgaven nóg verder opvoeren teneinde voor hun nationale energievoorziening minder afhankelijk van het boze buitenland te worden.

Een ander argument is dat de exploratiesubsidies op termijn vanzelf via de belastingen op brandstoffen worden terugverdiend. Maar het is waarschijnlijker dat het op een nettoverlies uitdraait zelfs als je de kosten van klimaatverandering niet eens meerekent, aldus ODI-directeur Kevin Watkins tegenover de omroep BBC.

In een reactie laat de regering in Londen maar weer eens aan de BBC weten dat olie- en gaswinning nu eenmaal banen schept en investeringen genereert.

bron: BBC News