Headlines: Pfizer/BioNTech en Moderna hebben met een effectiviteit van 95 % alle verwachtingen overtroffen met hun vaccins tegen SARS-CoV-2 (zie editie 12 pagina 23). Daarmee kan het paradepaardje (lees: stokpaardje) van de politiek definitief van stal: vaccineren als dé remedie om de lockdowns achter ons te laten, snel terug naar het ‘oude normaal’!

De politiek schetst wel een heel rooskleurig beeld. Waarschijnlijk kan er pas in het voorjaar worden gestart met vaccineren. En ‘het hele Nederlandse vaccinatieprogramma kan zomaar eens een jaar in beslag gaan nemen’, aldus Hans van Vliet, hoofd rijksvaccinatieprogramma van het RIVM, 12 november in NRC*. Een operatie die gefaseerd gaat verlopen door een ingewikkelde logistiek (lees er meer over in De Standaard en NRC).

Daarbij kan (vanwege medische behandelingen of een immuunstoornis) en wil niet iedereen gevaccineerd worden. Ten slotte is het de vraag hoe lang een vaccin überhaupt werkzaam blijft. Pfizer/BioNTech poneert minimaal een jaar, maar dat weten we niet zeker. Van die felbegeerde groepsimmuniteit is voorlopig dus geen sprake.

De politiek gaat andermaal op de stoel van de wetenschap zitten. Het stokpaardje van de Britse Nobelprijswinnaar Paul Nurse (tevens auteur van het boek Wat is leven?, zie editie 12 pagina 49) is dat wetenschappelijk onderzoek gescheiden moet blijven van politiek. In een podcast van The Guardian van eerder dit jaar zegt Nurse: ‘What is science telling us apart from what we’re trying to achieve? When the political need overturns what the scientific advice/opinion is, things go wrong.’

Door diezelfde lange arm lag veel van het onderzoek dat volgde op de SARS-CoV-1-uitbraak in 2003 jarenlang te verstoffen binnen universiteiten en onderzoeksinstituten. Onderzoeksinstanties die een onmisbare bijdrage leveren/hebben geleverd aan het nu zo snel kunnen ontwikkelen van vaccins én virusremmers. Over die tweede groep hoor je de politici overigens amper, wellicht omdat een virusremmer nu juist dé remedie is die we van tevoren wél klaar hadden kunnen hebben.

De slag tegen deze pandemie kunnen we alleen winnen met een combinatie van geneesmiddelen, teststraten, gezond gedrag en ja, vaccins. Door als politiek een schijnveiligheid te koppelen aan het startschot van het vaccinatieprogramma, zal menigeen zijn al zo moeilijk vol te houden corona­proof-gedrag ook nog eens al te snel laten varen.

Is onderzoekers ten onrechte hun paradepaardje ontnomen? Natuurlijk is het achteraf altijd makkelijk praten – al hield menig deskundige al jaren rekening met een pandemie – maar het werpt wederom de vraag op waarop toekenning van financiering, over de volle breedte van de wetenschap, wordt gebaseerd. Zo vertelt de Wageningse hoogleraar Joris Sprakel in het interview van editie 12 dat hij in het begin van zijn carrière in zijn keuze voor onderwerpen altijd meenam of iets ‘goed zou scoren’. Wie bepaalt dat?

Met inmiddels een vaste positie op zak kiest Sprakel voor wat híj relevant acht. De hoogleraar noemt die vrijheid een voorrecht én dat brengt ook een verantwoordelijkheid met zich mee (zie editie 12 pagina 12). Je verantwoordelijkheid nemen, precies die zinsnede zocht ik. Als wetenschapper, als burger, én als politicus in deze tijd van crisis.

*Op 25 november (kort na het online publiceren van dit commentaar) laat Hans van Vliet weten dat hij er inmiddels vanuit gaat dat ‘het grootste deel van de mensen dat in aanmerking komt voor een coronavaccinatie voor het vierde kwartaal van 2021 al is ingeënt’.