Vleermuizen van 50 miljoen jaar geleden waren echt roodbruin. De geheimzinnige klontjes in hun fossielen zijn terecht aangezien voor gefossiliseerd pigment, claimt een internationaal gezelschap in PNAS.

Recente publicaties over de originele kleur van zulke fossielen steunen allemaal op de aanname dat die klontjes zogeheten melanosomen zijn, organellen waarin melanine zat. De huidige dieren maken daar twee chemische varianten van aan: eumelanine dat een zwarte tot donkerbruine tint geeft, en feomelanine dat veel lichter is en roodachtig. De huidige eumelanosomen zijn langwerpig, feomelanosomen zijn bolvormig, en zelfs als het pigment zelf allang weg is zou je aan die vorm de kleur moeten kunnen afschatten.

Alleen wist niemand of dat vormverschil 50 miljoen jaar terug in de evolutie ook al bestond. Het zou zelfs kunnen dat het helemaal geen melanosomen zijn maar gefossiliseerde bacteriën die af kwamen op dood oerbeest.

Probleem daarbij is dat 50 miljoen jaar fossiliseren bij verhoogde temperatuur en druk de chemie van melanine wezenlijk aantast, maar dat niemand precies wist wát er mee gebeurt. De chemische resten die voor overblijfselen van melanine werden aangezien, hoefden dat dus helemaal niet te zijn.

Voor de huidige publicatie is daarom geprobeerd hedendaagse melanine versneld te fossiliseren. Twintig vogelveren werden daartoe lucht- en waterdicht verpakt in bladgoud, waarna ze 24 uur mochten sudderen in een met water gevuld drukvat bij 25 MPa en 250 graden Celsius. Vervolgens werd de vorm van de eu- en feomelanosomen vergeleken met die in de fossielen, en werden de chemische samenstellingen geanalyseerd met time-of-flight secondary ion mass spectrometry (TOF-SIMS).

Resultaat: de melanosomen waren op vergelijkbare manier gekrompen en de chemische samenstellingen leken ook sterk op elkaar. Het is geen keihard bewijs dat die vleermuizen gefossiliseerde melamine bevatten, maar het begint er nu toch wel sterk op te lijken van wel./

bron: PNAS, University of Bristol