Engelse onderzoekers stellen in Nature een goed recyclebare gepolymeriseerde cyclische suiker voor als filter voor organische vervuiling in water, als alternatief voor geactiveerd koolstof.

Dat polymeer maakt de groep van Will Dichtel door beta-cyclodextrine te polymeriseren met tetrafluorotereftalonitril als aromatisch verbindingsmolecuul. Beta-cyclodextrine is een ringvormig molecuul opgebouwd uit suikers, waarmee na polymerisatie een cluster ontstaat van poreuze beta-cyclodextrine polymeren (P-CDP). Een reden voor het gebruik van tetrafluorotereftalonitril in het polymeer geven de schrijvers van het artikel niet.

De onderzoekers testen het P-CDP op absorptie-activiteit met een mix van allerlei organische afvalstoffen die bekend zijn van plastics, pesticides en medicijnen. Dit zijn aromaten zoals bisfenol-A, 2,4-dichlorofenol, propranolol en 1-nafthylamin. Van het P-CDP meten ze gelijke tot betere opname van de aromaten ten opzichte van actief koolstof, al kan die laatste niet propranolol absorberen uit de mix.

De kracht van P-CDP ligt volgens de onderzoekers echter bij het hergebruik. Tot nu toe gebruikt men actief koolstof om het water te filteren op organische vervuilingen. Hier kleven enkele nadelen aan. Zo is om het spul te kunnen hergebruiken verhitting tot 500 à 900 graden Celsius nodig. Na dit proces verliest het koolstof een deel van zijn absorptie-activiteit. Het P-CDP laat zich juist makkelijker hergebruiken door het te wassen met methanol op kamertemperatuur. De onderzoekers hebben de tests vijf keer gedaan en namen geen vermindering in absorptie waar van het P-CDP.

Bron: Cornell University