Een klontje hydrogel in de vorm van een rode bloedcel is een ideale drager voor chemotherapie. Het komt overal behalve in de lever wanneer je de flexibiliteit goed instelt, zo claimen onderzoekers van de University of North Carolina in PNAS.

In principe kun je de nep-bloedcellen natuurlijk ook gebruiken als basis voor synthetisch bloed.

Timothy Merkel en Joseph DeSimone maakten de nepbloedcellen met behulp van een zelf ontwikkeld proces genaamd PRINT (Particle Replication In Nonwetting Templates). Daarbij gebruikten ze vier verschillende hydrogels, elk met een andere elasticiteit.

Die verschillende bloedcellen injecteerden ze in de bloedstroom van levende muizen, om te kijken wat er mee gebeurde. Om te beginnen volgden ze gedurende 2 uur de concentratie in het bloed. Resultaat: de meest elastische deeltjes bleven gemiddeld 30 keer langer in de circulatie dan de stijfste deeltjes.

Dat is ook niet verbazend. Echte rode bloedcellen worden steeds stijver naarmate ze verouderen. Aangenomen wordt dat het natuurlijke verversingsmechanisme hier op is gebaseerd. Uiteindelijk worden de cellen té stijf en lopen vast in de milt, die ze verwijdert.

Vervolgens doodden de onderzoekers de muizen en keken in welke organen de kunstbloedcellen zich hadden opgehoopt. Dat leverde wél verrassingen op. De stijfste deeltjes bleken vooral vast te lopen in de haarvaatjes van de longen. Juist de soepele kwamen in de milt terecht. En heel opvallend was dat die soepele deeltjes zich nauwelijks ophoopten in de lever.

Een van de belangrijkste redenen dat veelbelovende geneesmiddelen uiteindelijk toch niet bij mensen kunnen worden gebruikt, is dat ze toxisch voor de lever blijken te zijn. Als het inderdaad zo is dat die medicijnen niet of nauwelijks in de lever terecht komen wanneer je ze in zo’n namaakbloedcel verpakt, dan verruimt dat de mogelijkheden voor geneesmiddeltoepassing uiteraard aanzienlijk.

bron: naturenews

Onderwerpen