Sommige haargroeibevorderaars werken pas echt goed als je ze verpakt in micronaaldjes die je in de huid drukt. Bij muizen zie je binnen een week effect, schrijft een Chinees-Amerikaans team in ACS Nano.

Om in stijl te blijven (want met de werking heeft het weinig te maken) maken ze die naaldjes van keratine, het vezeleiwit dat haren hun sterkte geeft. Door toevoeging van een overmaat vrij cysteïne verbreken ze de inwendige disulfidebruggen in de eiwitmoleculen, zodat die oplosbaar worden in water. Met zo’n oplossing, verrijkt met groeibevorderaars, vullen ze een mal van siliconenrubber. Daarna kweken ze met behulp van zuurstof nieuwe disulfidebruggen, dit keer als crosslinks tussen verschillende eiwitmoleculen zodat je een netwerk krijgt. Het resultaat wordt omschreven als een hydrogel, maar dat ‛gel’ is een beetje misleidend want de naaldjes zijn degelijk genoeg om door de huid te drukken. Tot slot gaat er een deklaag overheen om er een pleister van te maken.

Voor de groeibevordering hebben de auteurs twee methodes achter de hand. Beide zijn gebaseerd op het activeren van stamcellen in de haarzakjes (follikels). Een kleine twee jaar geleden bleek dat je dit voor elkaar kunt krijgen door die stamcellen extra melkzuur te laten aanmaken uit glucose. Dat gebeurt vanzelf wanneer het tussenproduct pyruvaat de mitochondriën niet meer kan bereiken en de cellen noodgedwongen moeten overschakelen op een afwijkend metabolisme. Daarvoor zorgt een klein molecuul genaamd UK5099, dat al langer op de markt is als inhibitor van pyruvaat-transporteiwitten. Zelfs als je dat gewoon op de huid smeert zie je al enig effect, maar te weinig om er een commercieel haargroeimiddel op te baseren.

De tweede methode werd vorig jaar bedacht in China. Normaal gesproken lijkt de activering van de stamcellen het werk te zijn van de papilcellen die rond de follikels liggen. De benodigde signaalstoffen zouden dan verpakt moeten zitten in exosomen die door de papilcellen worden afgescheiden. Die exosomen te pakken krijgen is zo moeilijk niet; ze lijken niet echt celspecifiek en in plaats van papilcellen kun je ze bijvoorbeeld ook uit mesenchymale stamcellen winnen. Als je ze daarna onderhuids inspuit op kale plekken blijken ze de follikels inderdaad te kunnen activeren. Maar voor commerciële toepassing is deze toedieningsmethode onbespreekbaar.

De keratinenaaldjes brengen de praktische toepasbaarheid een stuk dichterbij. De auteurs hebben hun hydrogel zowel met exosomen als met UK5099 vermengd (niet allebei tegelijk, overigens) en de resulterende pleisters uitgeprobeerd op kaalgeschoren muizen, waarbij ze ze steeds vier uur lieten zitten. Die tijd is kennelijk voldoende om een deel van de lading vanuit de hydrogel naar het huidweefsel te laten diffunderen. En inderdaad werkten beide groeimiddelen zo beter dan wanneer je ze op de huid smeert, respectievelijk onderhuids injecteert.

Eer deze pleisters bij de voordeeldrogist liggen, zullen we helaas wel vele jaren verder zijn.

bron: C&EN, ACS Nano