Geef dragers van de malariaparasiet de kleurstof methyleenblauw en na twee dagen kunnen ze de infectie niet meer doorgeven. Dat blijkt uit een klinische test in Mali, uitgevoerd onder leiding van Teun Bousema van het Radboudumc.

Dat je urine er blauw van wordt, moet je dan maar voor lief nemen.

Dat methyleenblauw doodt met name zogeheten gametocyten, de mannelijke en vrouwelijke geslachtscellen van de parasiet. Die ontstaan in het bloed van de menselijke gastheer en wachten tot ze worden opgezogen door een mug, om in diens maag nieuwe parasieten te vormen. Na een malariabehandeling kunnen die gametocyten nog wekenlang aanwezig blijven: de patiënt vertoont dan al lang geen symptomen van de ziekte meer maar kan haar dus nog wél doorgeven.

Dat gametocyten niet tegen methyleenblauw kunnen, was al eerder opgemerkt. Maar voor zover Bousema en collega’s hebben kunnen vinden, is de effectiviteit bij mensen nooit goed onderzocht.

Het idee is dan dat je methyleenblauw toedient in combinatie met medicijnen zoals artemisinine, die parasieten doden in levensstadia waar de patiënt zelf last van heeft. En in The Lancet Infectious Diseases meldt Bousema nu dat dit uitstekend werkt en vervolgonderzoek bij een grotere groep patiënten verdient. Naast die blauwe urine zijn er wel wat andere bijwerkingen, maar gewoonlijk vallen die heel erg mee.

Met primaquine, een ander gametocytendodend middel, blijkt het trouwens ook te lukken.

bron: RadboudUMC