Scheikundige en hoogleraar interne geneeskunde Willem Mulder heeft niks op met regie van bovenaf en ‘politiek handige’ keuzes. ‘Ik geloof in bottom-up werken, dan krijg je de beste wetenschap.’

Work hard, play hard. Dat gezegde is Willem Mulder, hoogleraar aan de TU Eindhoven en ondernemer op het sportieve lijf geschreven. Maar soms betekent het ook hard vallen. Hij is momenteel aan huis gekluisterd door een zware knieblessure, opgelopen tijdens het windsurfen. Zijn drive is er niet minder om. ‘Ik ben verslaafd aan endorfines. Dus heb ik van mijn revalidatie een serieus project gemaakt. Niet herstellen is voor mij geen optie.’ We zochten hem thuis in Eindhoven op.

‘We moeten ervoor zorgen dat alle boomers ook weer eens gas moeten geven en niet met de benen omhoog het geld naar zich toe zien komen’

Je was jarenlang aan het forensen tussen New York en Nederland. Waarom?

‘Mijn gezin woont hier, in Eindhoven. Na mijn promotie in 2006, aan de TU/e, kreeg ik een aanstelling als assistant professor bij Mount Sinaï in New York. Ik had daar de kans om een compleet nieuwe groep uit de grond te stampen op het gebied van nanomaterialen voor imaging toepassingen en dat was precies wat ik wilde. Maar om verschillende redenen kon mijn gezin niet mee naar New York. Dus wisselde ik vijf weken New York af met één tot twee weken in Eindhoven. Dat heb ik veertien jaar zo gedaan.’

Sinds begin dit jaar ben je fulltime in Nederland werkzaam. Kwam dat door de pandemie?

‘Dat was wel de concrete aanleiding, maar dit plan had ik al langer. De hele situatie was altijd al onrustig als je vijf weken daar en twee weken hier bent. Bovendien past New York helemaal niet bij mij, het enige wat ik daar deed was snoeihard werken, wat ik graag doe hoor, en fanatiek sporten om het ritme mentaal en fysiek vol te houden. Ik had echter wel al die tijd voet aan de grond gehouden in Nederland. In 2017 heb ik een sabbatical doorgebracht op de TU Eindhoven en na het behalen van mijn Vici daar een aanstelling gekregen. Toen heb ik besloten om voor een ERC Consolidator Grant te gaan als mijn definitieve ticket naar Nederland. Dat lukte, maar toen begon ik te twijfelen.’

Hoezo?

‘Ik had jarenlang geïnvesteerd in mijn lab bij Mount Sinaï en het begon echt te lopen. Goede resultaten, papers in de toptijdschriften en productieve samenwerkingen. Er groeide een mooi programma van onderling verknoopte activiteiten, ook met groepen in Nederland, want ik was ondertussen bijvoorbeeld gaan samenwerken met Mihai Netea in Nijmegen. Wij ontwikkelen samen manieren om het concept van trained immunity dat Mihai heeft ontdekt in te zetten voor therapeutische toepassingen via onze biologische nanomaterialen. En in september 2019 is daarvoor ook ons bedrijf, Trained Therapeutix Discovery, opgericht. Kortom, het leek te vroeg om te stoppen en besloot ik de Consolidator Grant terug te geven.’

Kon je die niet meenemen? Je had ten slotte ook een aanstelling in Nederland.

‘Ja, maar de eis is dat je minimaal 50% van je tijd in Europa bent. En dat vond de directie bij Mount Sinaï een ‘conflict of commitment’. Dus dat ging niet door. Ik vond dat complete onzin, maar het tekent de groeiende macht van instituten en bestuurders. Heel ongezond, want dan krijg je overal middelmatige mensen die de boel willen regisseren. Ik geloof in bottom-up werken, het moet vanuit de inhoud komen en dan krijg je de beste wetenschap. Ik ben van de grunge generatie, van bands als Nirvana en Pearl Jam en die gasten waren zo goed omdat ze zelf de hele dag hun ding konden doen. Dat zijn de artiesten die ik bewonder, geen Jamal (winnaar van tv-programma X-factor, red.) die top down wordt gecreëerd.’

‘Het NIH-financieringssysteem is veel meer werk en dwingt je om superscherp te zijn en helemaal te werken vanuit de inhoud’

Dus eind 2019 toch gekozen voor New York. En toen kwam de pandemie.

‘Precies. In maart zag ik alles instorten. Ons bedrijf lag stil, ik kon niet in de VS blijven want ik wilde hier bij mijn gezin zijn. En ik had die grant teruggegeven. Alles ging op slot en we moesten heel snel schakelen om zo veel mogelijk te redden. De kern van mijn onderzoek en ook van mijn bedrijf is immuunregulatie; hoe kunnen we het aangeboren immuunsysteem activeren dan wel onderdrukken. Ik ben ook meteen veel gaan lezen over COVID-19 en uit de eerste papers bleek al dat er sprake was van verstoorde regulatie van myeloïde cellen (een type witte bloedcellen, red.) en dat zijn precies de cellen waar wij onze technologie voor ontwikkelen. Er waren duidelijke parallellen met onze aanpak om orgaaninflammatie na transplantatie terug te dringen. Dus zijn we met het bedrijf een COVID-19-programma gaan optuigen. Dat was strategisch natuurlijk belangrijk om de zaken draaiende te houden, maar het was inhoudelijk ook echt een zinvolle stap. We kregen meteen steun van Frank Baaijens en Robert-Jan Smits, de rector en voorzitter van de TU/e, om de labs te openen zodat we hiermee aan de slag konden. Dat was heel bemoedigend.’

Maar je had ook nog je groep in New York. Hoe ging dat?

‘Daar waren voor het COVID-19-onderzoek ondertussen de beperkingen ook opgeheven, dus mijn team kon weer aan de slag en is in muizenmodellen gaan kijken naar de cytokinestorm die optreedt bij COVID-19. Uit al onze studies daar en hier kwamen ongelooflijk mooie data. Daar kon het bedrijf weer mee verder. Dat was gered. Het volgende punt op de actielijst was mijn wetenschappelijke carrière. Die was nog compleet onduidelijk, want mijn aanstelling aan Mount Sinaï was afhankelijk van efficiënt reizen en ik wilde hier niet een beetje hobbywerk doen.’

Hobbywerk? Als hoogleraar met een Vici op zak?

‘Het zou wel een stap terug zijn. Mijn lab in New York was gefinancierd met $ 1,25 miljoen direct funding per jaar, dat had ik hier niet. Bovendien kan ik hier aan de TU geen dierproeven doen en sowieso mag je op dat vlak in Nederland steeds minder, terwijl ik bij Mount Sinaï heel goede infrastructuur en proefdierfaciliteiten had. En dan had ik daar ook nog eens een dreamteam lopen dat superveel output leverde.’

Dat hoor je natuurlijk wel vaker, dat je in de VS meer mogelijkheden hebt. Maar waar zit hem dat dan in?

‘In de financiering. De NIH (National Institutes of Health, belangrijkste financier van biomedisch onderzoek, red.) werkt veel met persoonlijke beurzen die openstaan voor iedereen. Zo’n aanvraag is ongelooflijk veel werk en je moet echt een goed onderbouwd wetenschappelijk plan hebben. Daardoor selecteer je veel meer op de inhoud en daar moet het volgens mij ook over gaan. De vraag is hoe je ervoor zorgt dat het geld terechtkomt bij de beste mensen en dan is een bottom-up proces, waarbij het gaat om de inhoudelijke kwaliteit van je voorstel, de enige manier. Daarbij komt nog dat je in de VS het systeem van indirect funding hebt. Voor iedere beurs die ik binnenhaal, krijgt Mount Sinaï er een flink percentage bovenop. Als onderzoeker ben je dus geen kostenpost, maar je levert geld op voor je instituut. Dat biedt mogelijkheden voor goede infrastructuur en faciliteiten.’

‘Ik vond het te vroeg om te stoppen met mijn bezigheden in New York, dus ik besloot de Consolidator Grant terug te geven’

En in Nederland gaat het niet om de inhoud?

‘Veel minder. Het systeem hier is heel politiek en met steeds meer centralisatie en sturing. Neem de Zwaartekrachtprogramma’s, dat is allemaal politiek hoe die consortia worden samengesteld en uiteindelijk leveren ze allemaal een rapport waarin staan dat ze die twintig miljoen fantastisch hebben besteed, maar onderbouwing is er niet. Het valt me steeds weer op dat als ik hier een voorstel schrijf, ik meteen te horen krijg dat ik die en die erbij moet vragen want dat is ‘handig’. Nou, zo heb ik nog nooit over een samenwerking nagedacht. Ik wil samenwerken omdat ik denk dat het inhoudelijk iets gaat opleveren en dat de ander dat kan waarmaken. Het NIH-systeem is veel meer werk en het dwingt je om superscherp te zijn en helemaal te werken vanuit de inhoud, niet vanuit andere zaken die politiek of maatschappelijk wenselijk zijn.’

Maar hoe zijn de honoreringspercentages?

‘Oh, het is ook een slagveld hoor, net als hier. Het percentage schommelt tussen de 5 en 15%.’

Dat is toch ook heel inefficiënt? Zoveel werk voor zo weinig toekenningen.

‘Het is gewoon een keiharde competitie. Maar ik vind dat niet erg, omdat het echt om de inhoud gaat. Iedereen moet door dezelfde rondes heen, je hebt niet al die verschillende categorieën zoals bij de Vernieuwingsimpuls. Je moet steeds weer het beste voorstel leveren. Ik heb nooit gedacht, ach, dat komt wel goed, dat regel ik wel. Nee, ik ben al die jaren nerveus geweest of ik mijn niveau van financiering vast kon houden.’

Jij bent best maniakaal en je houdt van competitie. Maar er zijn ongetwijfeld ook veel wetenschappers die fantastisch onderzoek doen, maar die niet gedijen onder die continue hoge druk.

‘Ja, dat klopt. Die mensen zijn er zeker en ik vind dat het de verantwoordelijkheid is van de universiteit om te zorgen dat iemand die echt briljant is, maar op dit vlak niet functioneert gewoon budget en ondersteuning krijgt. Maar daar is het onderzoeksgeld dat in competitie wordt toegekend niet voor. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de argumenten tegen competitie vaak vanuit afgunst en rancune worden gehanteerd. Maar als je minder talent hebt en minder hard werkt, ja, dan ga je dat zien in je prestaties. Dat is je eigen keuze. Maar als ik wel hard werk en daardoor beter presteer, wil ik me daar niet voor moeten verontschuldigen. Op een universiteit werken allemaal volwassen mensen, maar iedereen wordt maar als slachtoffer neergezet. Ik vind dat ongezond.’

‘Als ik hier een voorstel schrijf, hoor ik steeds vaker dat ik die en die erbij moet vragen want dat is ‘handig’; nou, zo heb ik nog nooit over een samenwerking nagedacht’

Maar de vraag is natuurlijk waar je precies op selecteert in zo’n onzeker, competitief systeem? Het gaat toch niet alleen om uithoudingsvermogen en stressbestendigheid?

‘Daar ben ik het allemaal mee eens, maar wat je nu ziet is dat de objectieve maatstaven die we hadden allemaal worden geofferd waardoor het complete willekeur wordt.’

Je doelt op het nieuwe systeem van ‘Erkennen en Waarderen’?

‘Ja, je mag niet meer verwijzen naar je publicaties en factoren als de impact factor en de H-index tellen niet meer mee. Maar sorry hoor, die zaken zeggen wél iets over de kwaliteit van je werk. Natuurlijk is ook dit systeem niet ideaal, maar er was tenminste nog een mogelijkheid tot objectieve vergelijking. Nu wordt dat losgelaten voor iets dat volledig subjectief en willekeurig is. Ik vind dat vooral zorgelijk omdat we het hier over gemeenschapsgeld hebben. Moeten dan ook de mensen met minder talent en die er minder hard aan trekken iets krijgen? Of vind je het maatschappelijk het meest verantwoord om te zorgen dat de beste mensen met de beste plannen het geld krijgen? De inhoud moet leidend zijn als je oordeelt over wetenschap.’

Maar je hebt aan een universiteit meer nodig dan alleen maar toponderzoekers die daar volledig voor gaan.

‘En daarom kun je als universiteit kiezen voor meerdere invullingen van een academische carrière. Bij Mount Sinaï zijn er verschillende ‘tracks’, waarbij je hoogleraar wordt op basis van je onderzoek, of omdat je een heel goede docent bent of heel goed bent in outreach. Zo’n systeem kun je hier ook hanteren. Maar daar is NWO niet voor, dat is mijn grote bezwaar. NWO gaat over het onderzoeksgeld, niet over al die andere zaken.’

Hoe moet het dan wel?

‘NWO zou veel meer moeten inzetten op persoonlijke grants die worden toegekend op basis van de wetenschappelijke inhoud van een voorstel. Gooi die hele vernieuwingsimpuls op een hoop, maak die groter en zet het open voor iedereen. Dan geef je meteen jonge mensen die nog geen handig netwerk hebben een kans. Zij zijn nu veel te afhankelijk van gevestigde namen in de grote consortia. Zo voorkom je politieke keuzes en zorg je dat bottom-up de beste mensen komen bovendrijven. En je zorgt ervoor dat alle ‘boomers’ ook weer eens gas moeten geven en niet met de benen omhoog het geld naar zich toe zien komen.’ 

Willem Mulder

  • 2001 MSc scheikunde, Universiteit Utrecht
  • 2006 PhD Biomedische Technologie, TU Eindhoven
  • 2006 - 2020 Icahn School of Medicine, Mount Sinaï, New York
  • 2012 Vidi-beurs
  • 2012-2018 Hoogleraar Cardiovascular Nanomedicine, AMC, Amsterdam
  • 2016 Professor of Radiology, Mount Sinaï (New York)
  • 2018 Vici-beurs
  • 2018 Hoogleraar Precision Medicine, TU Eindhoven
  • 2019 Medeoprichter Trained Therapeutix Discovery
  • 2021 Hoogleraar Interne Geneeskunde, Radboudumc, Nijmegen