Je hebt je helemaal gestort op je promotieonderzoek, soms nog gevolgd door een postdoc-project, maar op een dag is daar die grote vraag: Wat nu? C2W International-columnist Isabelle Kohler loodst je door het carrièredoolhof.
Promovendi en postdocs besteden ettelijke jaren aan het ontwikkelen van diepgaande wetenschappelijke expertise, kritisch denkvermogen en een onafhankelijke werkhouding. Ze schrijven, presenteren, begeleiden studenten en managen projecten. Maar loopbaanplanning komt er bekaaid vanaf. Veel early-career onderzoekers stellen het nadenken over de volgende stap uit tot de laatste maanden van hun contract. Net wanneer de stress al torenhoog is. Bovendien wordt de keus vaak beperkt tot een simplistische wetenschap vs. industrie-tegenstelling, waardoor allerlei andere interessante mogelijkheden buiten beeld blijven.
Maar probeer net zo nieuwsgierig, gestructureerd en realistisch te werk te gaan als je in je onderzoek doet. Maak van je loopbaanplanning ook een (onderzoeks)project. Deze tien tips helpen je op weg.
1. Begin op tijd (en dat is eerder dan je denkt)
Stel het oriënteren op je loopbaanmogelijkheden niet uit totdat het einde van je contract in zicht is, maar ga al vroeg op ontdekkingstocht. Je kunt klein beginnen. Werk bijvoorbeeld twee keer per jaar je CV en je LinkedIn profiel bij en maak een lijst van alle skills die je (beter) onder de knie hebt. Plan een uur per week in voor ‘loopbaanonderhoud’ om te lezen, te reflecteren of contacten te leggen met mensen over hun loopbaanroutes.
2. Breng de mogelijkheden in kaart
Kijk eens verder dan simpelweg ‘academie’ of ‘industrie’ en je ziet een heel landschap aan opties: beleid, wetenschapscommunicatie, consultancy, onderwijs, ondernemerschap, overheidsinstituten, sales, of marketing. Zoek uit waar alumni uit jouw veld of groep terecht zijn gekomen. Dan komen patronen tevoorschijn: regulatory affairs, datawetenschap, innovatiemanagement, R&D rollen, of intellectueel eigendom. Zodra je al die mogelijkheden in kaart brengen, worden je opties een stuk concreter.
3. Realiseer je wat een academische loopbaan echt inhoudt
Als je overweegt om ‘in de wetenschap’, te blijven, verdiep je dan goed in wat dat precies betekent. Praat met stafleden over de dagelijkse realiteit van financiering aanvragen, commissievergaderingen, colleges geven en begeleider zijn. Vraag hen hoeveel tijd ze daadwerkelijk aan onderzoek besteden. Deze gesprekken helpen je om te bepalen waar je motivatie ligt: bij het onderzoek of bij de academische omgeving - en dat zijn twee heel verschillende zaken.
4. Vergeet de alt-ac opties niet
Als je de academische omgeving prettig vindt, maar je hebt geen trek in de continue druk om te publiceren, kijk dan ook eens naar alt-ac, alternatieve academische banen. Projectmanager onderzoek, labcoördinator, subsidie adviseur, (junior) docent of wetenschapscommunicator — in deze posities zit je nog steeds dicht op de wetenschap, maar hou je je bezig met andere taken zoals coördineren, organiseren, communiceren of onderwijs verzorgen.
5. Leer functietitels te ontcijferen
Functietitels in de industrie verhullen vaak meer dan dat ze vertellen. Een ‘scientist’, ‘analytical scientist’ of ‘R&D specialist’ kunnen in de praktijk heel goed hetzelfde werk doen, terwijl een ‘projectmanager’ van alles kan zijn. Lees daarom welke verantwoordelijkheden erachter die titel schuilen. Vergelijk meerdere vacatures voor dezelfde positie; zo ga je ontdekken welke organisaties en sectoren passen bij jouw achtergrond — en welke niet.
6. Geef je vaardigheden een professionele vertaling
Werkgevers zijn zelden geïnteresseerd in de details van je proefschrift, maar ze willen graag weten hoe je hebt gewerkt. Zeg dus niet ‘ik heb drie papers gepubliceerd’, maar ‘ik heb een driejarig onderzoeksproject in twee verschillende labs aangestuurd’. Vervang ‘studenten begeleid’ door ‘trainer en mentor van junior onderzoekers’. Vertaal je ervaring naar transferable skills: projectmanagement, mentorschap, communicatie met stakeholders, resultaatgericht werken onder tijdsdruk. Zorg dat je dezelfde taal spreekt als recruiters en HR managers.
7. Gebruik LinkedIn als leermiddel
Zoek op LinkedIn banen die je interessant lijken. Bijvoorbeeld ‘R&D scientist at DSM-Firmenich’ of ‘Technology Transfer Officer at TU Delft’. Kijk vervolgens naar hun achtergrond; studie, ervaring, extra training etc. LinkedIn helpt je ook om te ontdekken welke skills of diploma’s vaak opduiken in rollen die jij aantrekkelijk vindt. En het is natuurlijk een heel geschikt platform om in contact te komen met mensen wiens baan je aanspreekt(zie ook tip 9).
8. Gebruik AI voor opheldering
Gebruik AI tools (ChatGPT, Claude, Gemini) als je gratis loopbaancoach. Deze LLM’s kunnen je helpen om functieomschrijvingen te ontleden, om je ideale baan te definiëren, om je CV van de juiste terminologie te voorzien of om vragen voor een sollicatiegesprek te bedenken. Zeker als je het nog eng vindt om mensen te benaderen kan AI je helpen in de voorbereiding van die gesprekken.
9. Netwerken: hou het klein en doelgericht
Bouw professionele relaties op met je peers. Dat kan gewoon online: stuur een kort berichtje, ‘Ik ben bezig met mijn promotieonderzoek in bioanalytische chemie en ik ben me aan het oriënteren op banen in de industrie. Mag ik je iets vragen over jouw stap naar de industrie?’ Van de meesten zul je geen reactie krijgen, maar enkelen antwoorden wel. Misschien zijn sommigen ook bereid om een (online) koffieafspraak te plannen. Vergeet niet dat dit ook gewoon mensen zijn die waarschijnlijk zelf ooit hulp hebben gehad bij hun loopbaankeuzes. En knoop op congressen een praatje aan met mensen uit de industrie. Zij stellen je interesse op prijs. Vraag hen naar hun dagelijkse takenpakket en wat ze graag eerder in hun loopbaan hadden geleerd.
10. Neem je professionele ontwikkeling in eigen hand
Wacht niet op je promotor of begeleider om het over je loopbaan te hebben - de meesten zullen daar niet over beginnen. Vraag daarom zelf of een deel van het opleidingsbudget inzetbaar is voor een cursus of een paar sessies met een carrièrecoach. Kijk of jouw universiteit of consortium loopbaanactiviteiten organiseert. Pak iedere mogelijkheid om hiermee bezig te zijn. Het helpt ook om helder te krijgen wat je níet wil, en dat is minstens zo waardevol als uitvinden wat wel past.
Tot slot
Het kan nogal overweldigend en intimiderend zijn om je volgende carrièrestap te bepalen, zeker als je jaren bezig bent geweest met je onderzoek. Maar het hoeft niet allemaal in een keer. Begin met kleine stappen. Praat met bekenden, zoek iets op LinkedIn, zet wat ideeën op een rijtje. Elke actie geeft je meer inzicht en zelfvertrouwen.
Je promotieonderzoek is geen harnas; het heeft je geleerd om kritisch te denken, complexe problemen op te lossen en snel te leren — allemaal vaardigheden die overal worden gewaardeerd. Je hebt al iets heel moeilijks voor elkaar gekregen. Nu kun je die nieuwsgierigheid en discipline inzetten om een loopbaan te schetsen die niet alleen aansluit bij wat je kan, maar vooral ook bij wat jou energie geeft.











Nog geen opmerkingen