Voor het afval in de Stille Oceaan zijn net iets te veel mensen verantwoordelijk.

Wie zijn schuld is het dat er 100 miljoen ton kunststofafval ronddrijft in de Stille Oceaan? Onlangs presenteerde de Volkskrant het ‘afvaleiland’ dat zich ophoopt in de werveling van circulerende oceaanstromingen. Het is een soepje van flessen, zakken, speelgoed en ander afval, waarschijnlijk te dun om op te scheppen en te recyclen. Maar zelfs áls het zou kunnen, waar moet dan de rekening heen?

Volgens de krant wijst de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) de verantwoordelijkheid alvast van de hand. ‘Als ik dwars door een plantsoen rijd, kan ik toch ook niet de autofabrikant verantwoordelijk stellen?’, zo wordt persvoorlichter Jan Willem Vreuls geciteerd. Terwijl de VNCI al jaren hamert op het belang van responsible care.

Desgevraagd bevestigt Vreuls dat het VNCI-standpunt wat genuanceerder is. De verantwoordelijkheid om consumenten bewust te maken van de afvalproblematiek ligt bij de héle keten, niet alleen bij de producenten. En de chemische industrie wil graag assisteren bij het opruimen van dat afvaleiland, maar de internationale politiek zal dan toch eerst het onderwerp op de agenda moeten zetten.

HEILIG PRINCIPE

PlasticsEurope, de Europese belangenorganisatie van kunststofproducenten, is ook niet van plan om het boetekleed aan te trekken. “De kunststofindustrie is in haar geheel niet verantwoordelijk voor het afvalprobleem in de oceanen”, stelt Harrie Camps, sinds kort directeur van PlasticsEurope Nederland. De voedingsmiddelenindustrie is dat trouwens ook niet, en de supermarkten die verpakte voedingswaren verkopen al evenmin.

PlasticsEurope maakt zich wel degelijk zorgen over de groeiende hoeveelheid kunststofproducten die in de natuur terechtkomt. Het leefklimaat wordt erdoor geschaad, en voor het imago van kunststoffen is het ook niet best. Camps: “Het probleem is veroorzaakt door de samenleving, die allerlei nuttige kunststof producten na de gebruiksfase als afval dumpt. Die is dan ook zelf moreel verantwoordelijk voor de oplossing ervan.”

Hij kan zich voorstellen dat UNEP, het milieuprogramma van de Verenigde Naties, de regie neemt bij het opruimen. En PlasticsEurope? “Wij kunnen vanuit onze rol bewustzijn creëren voor dit probleem, en daarmee burgers, overheden, wetenschappers, NGO’s en industrie doen bewegen in de richting van een oplossing.”

VERJAARD

“Het is een heel moeilijk verhaal”, bevestigt Harry Lucas, directeur van de Vereniging Kunststofverpakkingen Nederland. “Maar wij kunnen natuurlijk die verantwoordelijkheid ook niet nemen. Het is huishoudelijk afval dat tien, twintig, dertig jaar geleden in zee is gestort, onder meer door steden als Los Angeles en Tokio. Toen vonden ze dat normaal. Het gaat heel ver om te zeggen dat de kunststofindustrie dat nu moet opruimen. Eigenlijk zou de gemeenschap dat moeten doen. De burgers.”

Inmiddels heeft die gemeenschap haar leven gebeterd, stelt Lucas. In Europa zijn producenten en importeurs nu officieel verantwoordelijk voor hun producten wanneer deze in de afvalfase komen. “In de ontwikkelde wereld wordt afval tegenwoordig ingezameld en op z’n minst verantwoord gestort. De kunststofindustrie ziet nog liever dat uit het afval grondstoffen en energie worden teruggewonnen.” Wel is er nog sprake van een hardnekkig gedragsprobleem: “Sommige burgers vinden het nog steeds normaal om hun afval zomaar op straat te gooien.”

Zijn dan misschien de onderzoekers verantwoordelijk die wegwerpproducten mogelijk maken? “Nee, je kunt het niet zo simpel stellen dat chemici geen plastics meer moeten ontwerpen”, antwoordt KNCV-voorzitter Gerard van Koten. Wat hem betreft ligt de verantwoordelijkheid bij producenten én gebruikers: “Het is de maatschappij die voedselveiligheid en transportgemak eist.”

Ook vindt Van Koten dat de overheid moet investeren in oplossingen voor het afvalprobleem. “De KNCV denkt graag mee bij het creëren van die oplossingen. Chemici zijn daarbij trouwens hard nodig, bijvoorbeeld om te werken aan bio-afbreekbare plastics.”

Bron: C2W life sciences 16, 30 augustus 2008

Onderwerpen