Kankerpatiënten vermageren doordat de tumor een genetische schakelaar in de lever omzet. Terugzetten van die schakelaar zou levensverlengend moeten werken, suggereren Duitse onderzoekers in EMBO Molecular Medicine.

Dan moet nog wel eerst worden uitgevonden welke metabolieten van de tumor precies die schakelaar bedienen.

De extreme vermagering (de vakterm is cachexie) treft tweederde van de terminale kankerpatiënten. In veel gevallen is het de eigenlijke doodsoorzaak: de patiënt raakt zo uitgeteerd dat de ademhalingsspieren het niet meer doen. Vroeger werd vaak aangenomen dat het kwam doordat de tumor alle beschikbare energie voor zichzelf opeiste, maar de laatste jaren groeit het vermoden dat je het meer moet zien als bijverschijnsel waar de tumor net zo min van profiteert als de rest van de patiënt.

Naar eigen zeggen is Stephan Herzig uit Heidelberg, de laatste auteur van de publicatie, als eerste gaan kijken naar de rol van de lever in dit proces. Het was namelijk opgevallen dat dat orgaan vaak ontstoken en vervet is bij cachexielijders.

Onderzoek bij muizen met tumoren bevestigde dat die extreem weinig vetten in hun bloed hebben. Het vet uit de voeding hoopt zich opo in de lever. Ten eerste blijkt dat te komen doordat die lever te weinig VLDL-transporteiwit aanmaakt (voluit very low density lipoprotein). Ten tweede staan in die lever zo’n beetje alle genen uit, die bij de productie van dat voor het bloed bestemde vet betrokken zijn.

Herzig en collega’s gingen op zoek naar verschillen in het proteoom van muizen met en zonder tumor. Ze kwamen uit op een nog nauwelijks bestudeerd schakel-eiwit genaamd TSC22D4. Muizen met kanker maken daar verhoogde hoeveelheden van aan. En leg je het verantwoordelijke gen in de lever stil, dan gaat die lever inderdaad weer lipiden rondsturen.

Bij mensen is dat nog niet geprobeerd, maar in celkweekjes van menselijke levers bleek TSC22D4 precies hetzelfde effect te hebben.

De vraag is nu hoe de tumor precies de productie van TSC22D4 opvoert. Er zullen wel metabolieten voor verantwoordelijk zijn, maar Herzig weet nog niet weklke.

bron: Helmholtz-Gemeinschaft Deutscher Forschungszentern

Onderwerpen