RNA in kiemplantjes verraadt hoe groot ze uiteindelijk zullen worden, en dus ook of het de moeite is om daarop te wachten. Het zal plantenveredelingsprogramma’s aanzienlijk versnellen, voorspellen Vlaamse wetenschappers in Genome Biology.

Voorlopig hebben Dirk Inzé en collega’s van de Universiteit Gent, het biotech-instituut VIB en de universiteit van Pisa het alleen aangetoond bij maisplanten, maar er is geen reden dat het bij andere soorten niet zou werken.

Ze kijken naar (boodschapper-)RNA omdat dat aangeeft welke genen daadwerkelijk tot expressie komen. Voor de groei is dat veel interessanter dan het DNA zelf, dat alleen aangeeft welke genen aanwezig zijn.

In dit geval analyseerden ze bij 103 kiemplantjes het boodschapper-RNA in het gedeelte van de blaadjes waar op dat moment daadwerkelijk celdeling optrad. De samenstelling van dat ‘transcriptoom’ relateerden ze aan de groeiparameters van het moment én aan de uiteindelijke groote van de bladeren van de volwassen maisplant.

Inderdaad bleek het mogelijk die uiteindelijke grootte te relateren aan gedeeltes van dat transcriptoom. Dat daar nogal wat RNA bij zat van genen waarvan bekend is dat ze een rol spelen bij de bladgroei, is op zijn minst bemoedigend.

In een tweede artikel in hetzelfde tijdschrift vertellen de onderzoekers hoe ze de methode hebben gebruikt bij de ontwikkeling van ‘Magic maize’, een nieuwe maislijn die ontstond door acht bestaande types door elkaar heen te kruisen.

bron: VIB