Zowel in Vlaanderen als in Nederland werken onderzoekers hard aan een middel tegen COVID-19 en in beide landen boeken ze vooruitgang.

Vrijdag 13 maart viel in een persbericht van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) te lezen dat de groep van professor Xavier Saelens van het VIB-UGent Centrum voor Medische Biotechnologie eerder dit jaar een antistof had gevonden dat het virus SARS-CoV-2 op een kritieke plek bindt. In samenwerking met onderzoekers uit de VS en Duitsland is het werk nu verder gevorderd.

SARS-CoV-2 blijkt namelijk bepaalde eiwitten op de buitenkant te hebben die het virus gebruikt om menselijke cellen binnen te dringen. De antistof die de onderzoekers gevonden hebben, een single domain antibody (of nanobody), blokkeert dat eiwit, zodat binding tussen virus en cel niet mogelijk is. Dit is nu ook in het lab getest, en de teams konden zo een labvariant van het virus onschadelijk maken. Verder lieten ze zien dat de productie van deze antistof op industriële schaal met gangbare biofarmaceutische methodes te verwezenlijken is.

De nanobody is afkomstig van een lama die is geïmmuniseerd met gezuiverde spike eiwitten van MERS en SARS-CoV-1. Het is vervolgens gekoppeld aan een deel van een klassiek menselijk antilichaam.

Momenteel zijn er nog tests nodig om te laten zien dat de antistof ook buiten het lab werkt. Het zal ook nog even duren voor dit middel beschikbaar komt; eerst moeten tests met proefdieren en patiënten laten zien dat het middel geen hevige bijwerkingen met zich mee brengt. Maar het VIB is al in gesprek met relevante industriespelers.

Tegelijkertijd spreekt een persbericht van het Erasmus Medisch Centrum over een wereldprimeur. In een samenwerking tussen de groep van Frank Grosveld en de Universiteit Utrecht is een antilichaam gevonden dat werkt tegen verschillende coronavirussen, waaronder SARS-CoV-2. Zij hebben momenteel een paper bij Nature ter correctie liggen. De paper is al wel op BioRxiv te lezen, maar moet dus nog wel door de peerreview heen.

Uit een eerder onderzoek naar coronavirussen hadden Grosveld en zijn team nog antilichamen over die met SARS-CoV-1 reageerden. Toen SARS-CoV-2 uitbrak, hebben ze die antilichamen direct getest en een daarvan bleek te werken tegen de huidige variant. Dit antilichaam is een recombinante menselijke antistof, waarvan de bindende delen afkomstig zijn van een geïmmuniseerde transgene (H2L2)-muis.

Het antilichaam gaat de komende maanden, net als het middel van de Vlamingen, getest worden op toxicologie en werking in de mens. Maar daarnaast willen de Nederlanders ook een diagnostische test maken met het antilichaam die je gewoon thuis kunt uitvoeren.

Voor beide middelen geldt overigens dat de werking maar van korte duur zou zijn, in tegenstelling tot vaccins, waar de groepen ook hard naar op zoek zijn. Vaccins geven jarenlange of zelfs levenslange bescherming, waar antilichamen hooguit een aantal maanden bescherming bieden. Een nadeel van vaccins is dan weer dat de ontwikkeling veel langer duurt.

Grosveld verwacht binnen enkele dagen reactie te hebben van Nature en dan zal hier ook een link naartoe te vinden zijn. Grosveld merkt wel op in het persbericht dat het virus over een paar maanden weg kan zijn, zoals bij de uitbraken van SARS I en MERS het geval was. Toen het vaccin en de antilichamen daarvoor gereed waren, was het eigenlijk niet meer nodig. De toekomst zal leren wat de mens nog te wachten staat.

Daarnaast blijft voorkomen beter dan genezen, dus let op de aanwijzingen van het RIVM of de FOD Volksgezondheid.

Met dank aan professor Xavier Saelens (VIB) voor aanvullende informatie over de identiteit van de antistoffen.