Olievlekken op zee worden voor vissen nóg ongezonder als je probeert om ze met chemicaliën op te lossen. Dat melden Franse onderzoekers die het voor het eerst in het lab hebben uitgeprobeerd.

De groep van prof. Guy Claireaux, van de universiteit van Brest, liet zeebaarzen (Dicentrarchus labrax) in een buis opzwemmen tegen een kunstmatig opgewekte stroming. Daarbij maten ze de maximumsnelheid die de vissen haalden en hun weerstand tegen omgevingsfactoren als een verhoogde temperatuur en een verlaagd zuurstofgehalte.

Vervolgens werden de vissen gedurende 48 uur blootgesteld aan óf onbehandelde olie, óf een chemisch dispergeermiddel, óf olie die met dat dispergeermiddel was behandeld. Vervolgens werden ze 6 weken met rust gelaten, waarna ze opnieuw een fitheidstest in de buis mochten doen.

De resultaten worden vandaag (6 juli) gepresenteerd tijdens een congres van de Society for Experimental Biology in Valencia. Ze komen er op neer dat het dispergeermiddel op zich geen blijvende nadelige effecten laat zien. De olie wel. Maar de combinatie van olie én dispergeermiddel verzwakte de baarzen nog erger.

Claireaux houdt het er op dat je kennelijk moet kiezen. Vogels, zeezoogdieren en kustbewoners hebben er belang bij dat olievlekken zo snel mogelijk verdwijnen, maar voor de vissen kun je ze beter laten drijven. De vraag is wat je belangrijker vindt.

bron: Society for Experimental Biology

Onderwerpen