Wat er aan schadelijke stoffen vrijkomt uit rubbergranulaat op kunstgrasvelden, is te weinig om serieuze gezondheidsrisico’s op te leveren. Sporten op deze velden is dus veilig. Dat neemt niet weg dat de huidige Europese normen voor rubbergranulaat te soepel zijn, meldt het RIVM.
Uit het onderzoek blijkt dat de blootstelling aan polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) op kunstgras dusdanig is dat van één miljoen mensen, die van hun zevende tot hun vijftigste keeper zijn, er 2,1 tot 2,9 meer dan gemiddeld kanker zullen krijgen. Dat is iets boven het verwaarloosbare risiconiveau (VR, één per miljoen bij levenslange blootstelling) maar ver onder het maximaal toelaatbaar geachte risico (MTR) van één extra kankergeval op de 10.000.
De blootstelling aan wat er verder in autobandengranulaat zit, zoals ftalaten, cadmium, kobalt en benzothiazolen, is zo laag dat er helemaal geen meetbaar gezondheidsrisico is.
Eerder suggereerde Brits onderzoek juist dat opvallend veel keepers op kunstgras leukemie of lymfeklierkanker oplopen. Maar volgens het RIVM is elders nooit zoiets geconstateerd.
De cijfers zijn gebaseerd op honderd willekeurig gekozen kunstgrasvelden die elk zes keer werden bemonsterd. Geanalyseerd werd op 45 stoffen waarvan bekend is dat ze in autobanden zitten; in een paar gevallen werd tevens gescreend op onbekende toevoegingen.
Van een klein aantal monsters is getest in hoeverre je ze binnen kunt krijgen. Het effect van inslikken werd gesimuleerd met een tiny-TIM-proefopstelling van TNO Triskelion in Zeist, die blootstelling aan nagemaakt speeksel en dito maag- en darmsappen simuleert. Huidcontact werd gesimuleerd door het granulaat bloot te stellen aan nagemaakt zweet en te kijken wat daar allemaal in oploste. Om het risico van inademing na te bootsen werden monsters verwarmd tot 60 °C, in een afgesloten buis, om te zien wat er uit verdampte.
Het RIVM vindt wel dat er iets aan de normen moet gebeuren. Volgens de Europese stoffenrichtlijn REACH is rubbergranulaat een ‘mengsel’, net als verf, lijm en schoonmaakmiddelen, en aan de normen voor zulke mengsels voldoet het moeiteloos. Voor consumentenproducten van rubber, die je eventueel in je mond moet kunnen steken, gelden normen die honderd tot duizend keer strenger zijn. Daaraan voldoet granulaat meestal net niet, laat staan aan de normen voor speelgoed die nog twee keer zo streng zijn omdat kleine kinderen het zéker in de mond gaan steken.
Het RIVM adviseert daarom de norm voor rubbergranulaat ‘bij te stellen naar een norm die dichter in de buurt ligt van de norm voor consumentenproducten’ - met andere woorden: de norm moet strenger maar granulaat op kunstgras moet wél blijven mogen.
bron: RIVM
Nog geen opmerkingen