Trichlooretheen werd al verdacht van betrokkenheid bij de ziekte van Parkinson, maar een nieuwe studie onder tienduizenden Amerikaanse veteranen haalt de laatste twijfels weg. Met het uitbannen van deze koolwaterstof is Europa al vergevorderd, maar de gevolgen van eerdere blootstelling zullen nog lang te merken zijn.

Wie de oorzaken van de ziekte van Parkinson wil achterhalen, staat voor een ingewikkelde klus. De neurologische aandoening openbaart zich vaak pas op hoge leeftijd en het is lastig om met zekerheid vast te stellen aan welke risico’s een patiënt in de vier decennia daarvoor is blootgesteld. Een nieuwe Amerikaanse studie, gepubliceerd in JAMA Neurology, kan echter putten uit een grote populatie waarvan vaststaat aan welke risicofactor ze allemaal zijn blootgesteld: het oplosmiddel trichlooretheen.

Waterbronnen

De onderzoekers analyseerden de gezondheidsgegevens van ruim 84.000 rekruten die tussen 1975 en 1985 minstens drie maanden verbleven op de militaire basis Camp Lejeune in Noord-Carolina. De waterbronnen op die basis waren destijds zwaar verontreinigd met trichlooretheen en een reeks andere gechloreerde koolwaterstoffen, voortgekomen uit lekkende opslagtanks, ongelukken en achteloos gedumpt afval.

De concentraties trichlooretheen in het drinkwater werden bij onderzoek halverwege de jaren tachtig geschat op 366 microgram per liter, ver boven de norm van 5 microgram per liter. De waterbronnen werden kort na dit onderzoek gesloten, maar de schade was toen al geleden. De onderzoekers vergeleken de gezondheidsgegevens van de veteranen van Camp Lejeune met die van 73.000 collega’s die in dezelfde periode op Camp Pendleton in Californië verbleven, een basis met schoon drinkwater.

‘Ook studies onder industrieel personeel deden al eerder alarmbellen afgaan’

De onderzoekers turfden het aantal gevallen van Parkinson in beide populaties en zagen een opvallend verschil: 279 Parkinsdiagnoses uit Camp Lejeune versus 151 uit Camp Pendleton. De onderzoekers schatten op basis van hun analyse dat de veteranen van Camp Lejeune een 70% hoger risico op Parkinson hebben in vergelijking met de controlegroep.

Alarmbellen

Heel verrassend is dit niet, want trichlooretheen wordt al veel langer in verband gebracht met de ziekte van Parkinson. De stof is lipofiel en kan dus vrijelijk door huid en celmembranen bewegen, inclusief de bloed-hersen-barrière. Het lichaam transformeert trichlooretheen in een aantal giftige metabolieten. Uit cel- en dierproeven is duidelijk geworden dat die stoffen de mitochondriën ontregelen en dat is vooral schadelijk voor de energievoorziening van hersencellen die dopamine produceren. Sterfte van deze cellen is kenmerkend voor Parkinson.

Ook studies onder industrieel personeel deden al eerder alarmbellen afgaan. Zo is er een kleine studie gedaan onder fabrieksarbeiders die langdurig in de buurt van een open bak met trichlooretheen hadden gewerkt. Op hoge leeftijd ontwikkelden zij opvallend vaak Parkinson of een voorstadium van de ziekte. De kracht van de nieuwe studie onder de Amerikaanse veteranen zit daarom vooral in de systematische aanpak en de grote, goed vergelijkbare populaties, waardoor de conclusies niet veel ruimte laten voor twijfels.

Populaire ontvetter

Sinds de eerste synthese zo’n honderd jaar geleden, is ‘tri’ populair geworden als sterk ontvettend oplosmiddel en vlekverwijderaar. Het was geliefd voor chemisch reinigen: op veel plaatsen waar ooit een stomerij stond kan de stof in de bodem worden aangetroffen. Ook in de industrie is trichlooretheen gewild als ontvetter, oplosmiddel voor kleurstoffen, en grondstof voor bijvoorbeeld de productie van fluorkoolwaterstoffen. Verder is het in het verleden gebruikt voor het verwijderen van cafeïne uit koffiebonen en vet uit sojameel. Het is zelfs als anestheticum ingezet.

‘Via het grondwater is blootstelling aan oude vervuiling nog steeds mogelijk’

In Europa zijn veel van deze toepassingen sterk op hun retour, omdat trichlooretheen al jaren te boek staat als een giftige, kankerverwekkende stof. Het Europees agentschap voor chemische stoffen (ECHA) plaatste trichlooretheen in 2010 op de kandidaatlijst voor regulering. Toen werd het gebruik in Europa geschat op 50.000 ton. In 2022 is het geregistreerd gebruik gedaald tot 1200 ton, een reductie van 95 procent. De stof wordt bijvoorbeeld niet meer gebruikt voor het ontvetten van metaal.

Ook al is in Europa de zwaarste lucht- en bodemvervuiling met trichlooretheen voorbij, via het grondwater is blootstelling aan oude vervuiling nog steeds mogelijk. Bijvoorbeeld via verdamping onder huizen die op vervuilde grond zijn gebouwd. Hoe zich dat vertaalt in risico’s voor de gezondheid is blijft gissen, want decennia kleine hoeveelheden inademen is moeilijk te vergelijken met een verblijf op een sterk verontreinigde militaire basis waar trichlooretheen uit de kraan stroomde.

Voor iedereen die veertig jaar geleden regelmatig is blootgesteld aan trichlooretheen komt dit nieuwe onderzoek te laat, al zal deze kennis sommige Parkinsonpatiënten wel gaan helpen in het voeren van rechtszaken tegen voormalige werkgevers of vervuilers. In 2017 erkende de Amerikaanse overheid al dat veteranen van Camp Lejeune die Parkinson ontwikkelen recht hebben op een uitkering.

Het plaatje van wat precies Parkinson veroorzaakt is ook met dit nieuwe onderzoek nog verre van compleet. Trichlooretheen is namelijk niet de enige risicofactor; ook verschillende bestrijdingsmiddelen, zoals paraquat en rotenon, zijn om die reden in de ban gedaan. We weten in ieder geval zeker dat ouderdom meespeelt, want met name boven de zestig steekt de ziekte de kop op. In een vergrijzende wereld gaat Parkinson de komende decennia nog sterk toenemen. Volgens de European Parkinson’s Disease Association (EPDA) zijn er in Europa op dit moment 1,2 miljoen Parkinsonpatiënten, en dat aantal zal in 2030 zijn verdubbeld.