Chronische buikpijn is wellicht de reden dat panda’s zich zo moeilijk voortplanten. En geen wonder als je tweemaal per week je complete darmslijmvlies uitpoept, schrijven Amerikaanse onderzoekers in Frontiers in Microbiology.
Dat panda’s zo nu en dan een soort gelatine-achtige keutels (‘mucoids’) produceren in plaats van gewone pandapoep, is op zich geen nieuws. Wanneer dat gebeurt eten ze soms een halve dag niet, en vertonen ze alle symptomen van een dier met koliek. Dat die mucoids iets te maken moeten hebben met een verstoorde darmfunctie was dus wel duidelijk, maar niemand snapte wat er precies gebeurde.
Voor het eerst is nu onderzoek gedaan naar de bacteriële samenstelling van zowel die mucoids als van gewone pandapoep, met dank aan de panda’s Le Le en Ya Ya (foto) uit de dierentuin van Memphis, Tennessee. Dat gebeurde door zo veel mogelijk DNA te extraheren en te sequensen, en de gevonden sequenties te vergelijken met bacteriegenomen uit een databank.
Er kwam uit dat die gewone poep zeldzaam weinig verschillende soorten bacteriën bevat, en dat het nog minder wordt op momenten dat er een mucoid zit aan te komen. Die mucoid bevat vervolgens heel andere bacteriën, en dat zijn vooral soorten die worden geassocieerd met het darmslijmvlies.
De onderzoekers vermoeden nu dat die mucoids het gevolg zijn van herhaalde pogingen om de complete darmflora te resetten. Om het slijm los te krijgen is een heftige ontstekingsreactie nodig, en dat verklaart tevens de buikpijn.
Waarom het nodig is, wordt duidelijk als je volgt wat panda’s precies eten. In de winter en het voorjaar zijn dat vrijwel alleen bamboestengels, maar in juli en augustus schakelen ze over op bamboebladeren. Die zijn veel minder vezelrijk en ook op andere punten anders van samenstelling. Kennelijk kan de aanwezige darmflora dat niet aan, vandaar de buikklachten.
En de volgende stap in de redenering is dat panda’s paren in de lente en dan drie tot vijf maanden drachtig zijn. De buikpijn komt dus rond het moment dat de nakomelingen worden geboren. En als uitgerekend op dat moment de moeder onvoldoende eet, kun je problemen verwachten.
Gesuggereerd wordt dat er met voedingssupplementen misschien iets aan valt te doen.
Ontbrekend puzzelstukje is nog waaróm panda’s pas in de zomer bladeren gaan eten. Wellicht heeft het iets te maken met de chemische samenstelling van die bladeren: er zou sprake kunnen zijn van een afweermechanisme tegen hongerige herbivoren dat vooral in de lente actief is.
bron: University of Wisconsin-Madison
Nog geen opmerkingen