Dierproeven worden een stuk betrouwbaarder als je je labmuizen niet meer telkens bij de staart grijpt. Gebruik liever een transparant stuk pijp als muizendrager, stellen Jane Hurst en collega’s van de University of Liverpool in het tijdschrift Scientific Reports.

Ze hebben het uitgeprobeerd met een simpel gedragsexperiment, waarbij je muizen in een voor hen onbekende kooi zet die urinesporen bevat van een andere muis. Van nature horen muizen zo’n nieuwe omgeving te verkennen om vervolgens heftig in de geur geïnteresseerd te raken.

Zo gaat het inderdaad als je de muizen naar die kooi transporteert door een buis in hun verblijf te leggen, ze daar in te jagen (voor zover ze er niet uit zichzelf in kruipen!) en vervolgens de buis met muis en al op te tillen waarbij je met de handen de uiteinden dicht houdt.

Maar als je de muizen op de traditionele manier bij hun staart pakt en uit de kooi licht, jaag je ze zo n de stress dat ze nauwelijks meer op hun nieuwe omgeving reageren. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat een geneesmiddel, waarvan je verwacht dat het het gedrag van zo’n muis beïnvloedt, geen effect meer lijkt te scoren - het arme dier is te ver heen om überhaupt nog toe te komen aan beïnvloedbaar gedrag. En het went nooit.

De muizen in je handpalmen zetten, lijkt qua stressniveau ergens tussen deze twee methodes in te zitten. De buis (Hurst spreekt van een handling tunnel) lijkt echt de beste oplossing.

Dat muizen er een bloedhekel aan hebben als je ze bij de staart pakt is natuurlijk al veel langer bekend. Maar het schijnt ze niet echt pijn te doen, en het is wel zo makkelijk. Meestal probeert men dan ook de experimenten reproduceerbaar te maken door alle muizen op precies dezelfde manier bij de staart te grijpen. Maar dit onderzoek maakt duidelijk dat dat echt sub-optimaal is, en niet alléén vanuit een oogpunt van muizenwelzijn.

bron: National Centre for the Replacement, Refinement and Reduction of Animals in Research