Voor chirale scheiding van kleine therapeutische moleculen moet je een metal organic framework in je vloeistofchromatografiekolom doen. Werkt perfect, schrijven Chinese onderzoekers in het tijdschrift Analytical Chemistry.

Zo’n chirale scheiding houdt in dat je twee spiegelbeeldige vormen van het molecuul uit elkaar haalt. Meestal is immers maar één van de twee bruikbaar als geneesmiddel; de andere doet in het beste geval niets en kan soms zelfs giftig zijn.

Voor zo’n scheiding heb je een kolompakking nodig die zelf ook is opgebouwd uit één spiegelbeeldvorm van een chiraal molecuul. Zo’n pakking zal vrijwel automatisch meer affiniteit vertonen met de ene vorm van het molecuuul dat je wilt scheiden, dan met de andere. Puur een kwestie van pasvorm. Die eerste vorm blijft daardoor langer in de poriën hangen.

Tot nu toe gebruikt men meestal chirale polysacchariden als kolompakking voor dit soort scheidingen. Maar de Chinezen hebben nu bedacht dat het ook moet lukken met een metal organic framework (MOF), een poreuze structuur die is opgebouwd uit metaalionen en organische ‘linkers’. Voor die organische component kun je immers ook een chirale verbinding kiezen.

Eigenlijk is het een wonder dat niemand daar eerder op gekomen is.

Ze hebben het uitgeprobeerd met enantiozuiver (N-(4-pyridylmethyl)-l-leucine·HBr), een zogeheten salen-ligand dus. Als metaalion diende zink. Een HPLC-kolom die met kristallen van dit MOF was gevuld, bleek moeiteloos de chirale scheiding van stoffen als ibuprofen, fenylethylamine en benzoïne voor elkaar te krijgen.

Voor grotere moleculen zijn de poriën van dit MOF simpelweg te nauw, maar de Chinezen stellen terecht dat je niet aan dit ene chirale organische ligand vast zit en dat je alleen maar een bouwsteen hoeft te verzinnen die ruimere poriën oplevert.

bron: C&EN

Onderwerpen