Elke leerling heeft wel een bijzonder talent, maar het onderwijs heeft er nauwelijks oog voor. Valt daar iets aan te doen met 40 miljoen?

Neem Doreth van Manen. “Iedereen verklaarde me voor gek toen ik biomedische wetenschap ging studeren. Ik dacht: het komt wel goed, er is behoefte aan mensen die nerd zijn, maar die toch kunnen communiceren. Maar nee. Na een maand begreep ik de formules al niet meer en miste ik de maatschappelijke context.”

Haar eerste jaar scheikundige technologie rondde Anke Kip cum laude af. “Maar ik vond toch niet de motivatie. Het was te eenzijdig, het ging vooral over fabrieken en stofjes. Ik heb er veel over nagedacht hoe ik zo’n misvormd beeld van scheikunde kon krijgen.”

En Ottilia Kasbergen koos het vwo-profiel cultuur en maatschappij terwijl ze niet eens slecht was in wiskunde: “Ik had er gewoon geen zin in. Ik wou tóch naar het conservatorium. Tot ik mijn pols overbelastte door te veel vioolspelen.”

Doreth doet nu de bèta-gammaopleiding aan de UvA. Anke is overgestapt naar het university college in Maastricht. Ottilia volgt een ‘bèta-brugprogramma’ om haar wiskunde bij te spijkeren. En alle drie mochten ze onlangs hun verhaal vertellen tijdens een workshop van de KNCV, onderwijsvereniging NVON, de TU/e en het Platform Bèta Techniek.

Het motto was ‘Flexibele leerpaden in bètaopleidingen’ en na afloop kon je

alleen concluderen dat daar in het onderwijs een nijpend gebrek aan bestaat. Eenheidsworst, dat schaft de pot. Als je geen worst lust, is dat jammer.

MULTITALENTEN

“Als je Cruyff in een zwembad gooit, kun je ook niet zien dat hij goed kan voet­ballen”, moppert socioloog Hans Adriaansens. “Als ik het zo moest organiseren dat de helft van de bèta’s de studie niet afmaakt, dan zou ik het doen zoals het nu is. Op je achttiende kies je in 70 procent van de gevallen fout. Maar je studiekeuze moet in één keer goed zijn.”

Adriaansens is de man achter het university college in Utrecht en de Middelburgse Roosevelt Academy, waar hij dean van is. Beide bacheloropleidingen zijn opgezet volgens het liberal arts and sciences-model, dat studenten zelf een pakket laat mixen uit alfa-, bèta- en gammavakken. Het voldoet aan een behoefte: de eerstejaars staan te dringen en er zijn al afstudeerders toegelaten tot een master in Oxford. “De colleges daar zijn in feite net zo georganiseerd. Alle goede universiteiten in de VS doen trouwens ook aan liberal arts and sciences-modellen”, zegt Adriaansens.

Hij heeft van de Amerikanen nog meer geleerd. “Er is daar een veel grotere verbondenheid tussen docenten en eerstejaars.” In Middelburg probeert hij dat ook te bereiken. “Maar elders doen ze niet eens moeite om eerstejaars gemotiveerd te houden.”

LAPMIDDEL

De workshop draaide eigenlijk om het Sirius Programma, dat de ontwikkeling van toptalent in het hoger onderwijs moet stimuleren. OCW stelt eenmalig 40 miljoen euro beschikbaar; tot 15 mei kunnen aanvragen worden ingediend. Dat potje raakt wel leeg. Ideeën genoeg. Maar aan het echte probleem verandert het niets.

“Laten we nou eens ophouden met allerlei dingen organiseren”, zegt Huib de Jong. Ooit begonnen op de lagere detailhandelsvakschool, wist hij zich op te werken tot prof. mr. dr. en bestuurslid van de Hogeschool Utrecht. Volgens hem is het onderwijs té goed geregeld. “Studenten krijgen geen ruimte om eigen oplossingen te zoeken. We creëren een leerloopbaan, waar we ze veel te vroeg in vastzetten. Om er beweging in te krijgen, moet je niet wéér een politiek debat voeren, géén programma opzetten om talenten te werven. Maar een systeem organiseren waarin talenten zich zo veel mogelijk kunnen ontplooien.” En hij stipt terloops de oorzaak van alle ellende aan: “De politiek wil een simpel systeem, om financiële redenen. De politiek, dames en heren, deugt niet.” Waarvan akte. |

Bron: C2W 9, 19 april 2008

Onderwerpen