Originele manier om alfastraling in kankercellen te krijgen

Onderzoekers van Rice University (VS) hebben astaat-211-chloride verpakt in koolstofnanobuisjes. Ze hopen deze buisjes op tumoren te kunnen afsturen zodat die van binnenuit door de alfastraling uit het astaat worden gesloopt, zo schrijven ze in een artikel dat binnenkort in het tijdschrift Small verschijnt.

Alfastraling bestaat uit heliumkernen. Die hebben een 4.000 maal zo grote massa als de elektronen waaruit bètastraling bestaat, en zijn daarom ook veel destructiever. Eén voltreffer op de celkern is soms al genoeg om een cel te doden. Dat ondervond bijvoorbeeld de Rus Litvinenko,die aan de gevolgen van alfastraling uit polonium-210 overleed.

Door hun hoge massa, gecombineerd met een lage snelheid, is het doordringend vermogen van alfadeeltjes echter zeer laag. Een velletje papier houdt ze al tegen. Vandaar dat voor radiotherapie vrijwel altijd bètastraling wordt gebruikt.

Astaat-211 is net als polonium-210 een alfastraler. Alleen is de halfwaardetijd veel korter: 7,5 uur. De Amerikanen hebben het verpakt in ultrakorte nanobuisjes (20-50 nm lang, 1 nm diameter). Dat blijkt het beste te lukken wanneer je er eerst een chloride van maakt.

Het idee is nu om de met AtCl geladen buisjes te koppelen aan antilichamen die specifiek zijn voor de te behandelen tumor, en die combinatie in de bloedbaan te injecteren. Als het goed is hopen de buisjes zich dan na korte tijd op in de tumor, en richt de alfastraling daar de eeste schade aan. Wat overblijft is bismut-207, een isotoop die niet veel kwaad kan.

Vanwege de korte halfwaardetijd van het astaat zal het wel zaak zijn om zeer snel te werken.

bron: Rice University

Onderwerpen