Raad van State geeft Natuur en Milieu gelijk

Bij het beperken van hun uitstoot moeten bedrijven de best beschikbare technieken toepassen, zoals gedefinieerd door de Europese Unie. Naar smoesjes over hoge kosten mogen vergunningverleners op zo’n moment niet luisteren, zo valt op te maken uit een uitspraak van de Raad van State over de milieuvergunning van Shell Moerdijk.

In concreto betekent het dat Shell fors moet investeren in technieken die de uitstoot van NOx en benzeen verlagen. De locatie Moerdijk schijnt op z’n eentje verantwoordelijk te zijn voor 4% van de totale Nederlandse NOx-emissies. In de eerder door de province Noord-Brabant afgegeven vergunning werd die uitstoot op z’n minst gedeeltelijk door de vingers gezien, omdat Shell volhield dat de toe te passen technieken niet kosteneffectief zouden zijn.

De Stichting Natuur en Milieu ging tegen die vergunning in beroep en heeft nu van de Raad van State gelijk gekregen. De uitspraak komt er op neer dat de EU zelf al de overweging maakt of de ‘best beschikbare technieken’, zoals gedefinieerd in zogeheten BREF-documenten, voor een bepaalde sector kosteneffectief zijn. Het is dus niet aan lokale vergunningverleners om dat rekenwerk nog eens over te gaan doen.

Shell krijgt nog wel uitstel tot de eerstvolgende geplande onderhoudsstop van de betrokken fabrieken in Moerdijk, in 2012.

Volgens Natuur en Milieu komen provincies het bedrijfsleven wel vaker tegemoet bij het afgeven van milieuvergunningen. De nu gedane uitspraak zou aan die praktijken een einde moeten maken. Wat de gevolgen voor de werkgelegenheid zullen zijn, zal de toekomst moeten leren.

bron: Natuur en Milieu

Onderwerpen