Wanneer kettingkathaaien en zwelhaaien hun gebromeerde tryptofaan door de kynurenineroute laten gaan, krijg je fluorescerende metabolieten op specifieke delen van hun huid. Zulke fluorescentie is nooit eerder beschreven, schrijven onderzoekers van Yale in iScience.

Dat deze haaiensoorten fluorescent zijn, was al bekend, maar het type fluorescentie is iets heel nieuws. De meeste biofluorescentie die voorkomt in (zee)dieren gaat via groen fluorescerend proteïne (GFP) of andere fluorescerende eiwitten, die tegenwoordig al veel toepassingen zien in bijvoorbeeld activity-based protein profiling als fluorescent label. Maar in de onderzochte haaienhuid zijn eiwitten helemaal niet aan de orde.

Hyun Bong Park, Jason M. Crawford en collega’s van Yale University lieten in hun publicatie zien dat het om metabolieten van het aminozuur tryptofaan gaat. De haaien hebben een versie waaraan een broomatoom bungelt. Normaal gesproken gebruiken dieren en mensen de meeste tryptofaan om eiwitten te bouwen, maar ze zetten een deel ook om in serotonine, melatonine en verwerken een ander deel in de kyneruninesynthese.

In die laatste synthese ontstaan de broommetabolieten die in de lichte delen van de haaienhuid voor de groene fluorescentie zorgen (zie foto, bijvoorbeeld). Met een aantal spectroscopische technieken stelden ze zeven metabolieten vast die ze uit een stukje haaienhuid haalden. Waar het broomatoom precies vandaan komt hebben de onderzoekers nog niet uitgedokterd. Wel vonden ze dat twee van de zeven metabolieten een antibacteriële werking hebben, die de zwelhaai op de zeebodem beschermen.