Fentanyl is zo gevaarlijk dat je de politie om veiligheidsredenen draagbare spectrometers zou moeten meegeven die het detecteren. Technisch moet dat inmiddels ook kunnen, blijkt uit een publicatie van het National Institute of Standards and Technology (NIST) in het tijdschrift Forensic Chemistry.

Dat fentanyl is een verzamelnaam voor een groep morfinederivaten, waarvan sommige extreem krachtig zijn. Een voorbeeld is carfentanyl, een stof die gebruikt wordt om dieren te verdoven en die 5000 maal sterker is dan de heroïne waar het steeds vaker doorheen wordt gedaan. Het aantal slachtoffers van een overdosis stijgt pijlsnel, en er zijn ook al minstens twee politiemensen in New Jersey afgevoerd naar de eerste hulp nadat ze een monster hadden genomen van een zak wit poeder en daarbij een bescheiden stofwolkje hadden ingeademd.

Ed Sisco en collega’s hebben nu uitgezocht hoe je fentanyl en aanverwante verbindingen kunt detecteren met ionenmobiliteitsspectrometrie (IMS) en DART-MS, wat staat voor direct analysis in real time mass spectrometry. De huidige IMS-instrumenten zijn van het formaat magnetron en dus enigszins draagbaar; DART-MS is gevoeliger maar ook duurder, en vooralsnog te groot om mee te nemen.

Met IMS blijk je 0,2 % fentanyl in heroïne te kunnen detecteren, met DART-MS zelfs 0,1 %. In beide gevallen heb je genoeg aan de poedersporen die altijd wel ergens buiten op de zak achterblijven, zodat je die niet open hoeft te maken. De onderzoekers hebben het getest met zestien verschillende fentanyl-analogen, en stellen dat ze met beide technieken de meeste vormen goed uit elkaar kunnen houden.

Bij hun publicatie leveren ze de spectra van die zestien analogen. Ze hebben deze vingerafdrukken al doorgespeeld aan de producenten van IMS-apparatuur, in de hoop dat die ze meenemen bij de eerstvolgende softwareupdate. Voor DART-MS spectra houdt het NIST zelf een onlinebibliotheek bij, en je mag verwachten dat de fentanylspectra daar binnenkort ook in staan.

bron: NIST