Uit een 6.000 jaar oud bot hebben Engelse en Ierse wetenschappers het mitochondriaal genoom van de oeros gereconstrueerd. Ze hopen nu een gefundeerd antwoord te kunnen geven op de vraag of onze huidige runderen restjes oerossenbloed hebben of niet.

Het is niet het eerste genoom van een uitgestorven diersoort. Ruim een jaar geleden werd immers het genoom van de mammoet al openbaar.

 

Bovendien beschrijft de publicatie in PLoS ONE niet het complete oerossen-DNA, maar alleen het korte stukje (in dit geval 16.338 basenparen) dat in mitochondriën van cellen voorkomt en uitsluitend van moederskant wordt overgeërfd. Dat mitochondriale DNA is veel gemakkelijker uit oude botten te isoleren en te sequensen.

 

Overigens hopen de onderzoekers eind dit jaar wél het complete kern-DNA van de oeros te kunnen presenteren. Mits er voldoende geld voor kan worden vrijgemaakt.

 

De oeros (Bos primigenus) kwam ooit in heel Europa voor, behalve in Ierland. Voor zover bekend overleed het laatste exemplaar in 1627 in Polen. Het huidige Heckrund is het resultaat van een goedbedoelde poging om iets oeros-achtigs terug te fokken.

 

Vaak wordt geclaimd dat het huidige rund (Bos taurus) van de oeros afstamt, maar de laatste jaren wordt daar aan getwijfeld. Genetische studies doen vermoeden dat in de steentijd runderen zijn geïmporteerd uit het Nabije Oosten. Die waren wat kleiner, tammer en handelbaarder dan de gemiddelde oeros, die qua motoriek nog het meeste op een Spaanse vechtstier schijnt te hebben geleken.

 

Misschien kan het oerosgenoom dus definitief uitsluitsel geven over de vraag hoeveel procent oeros er in B. taurus zit.

 

bron: BBC News

Onderwerpen