Het Nederlandse topsectorenbeleid moet zich meer richten op organisatorische verandering binnen bedrijven, in plaats dat het zich blindstaart op R&D, octrooien en andere uitingen van technologische innovatie. Dat valt op te maken uit de ‘Innovatie- en concurrentiemonitor Topsectoren’ die zojuist online is gezet.

De managementsamenvatting, dinsdagochtend op Radio 1 uitgesproken door mede-auteur prof. Henk Volberda, komt er op neer dat er veel te veel innovaties op de plank blijven liggen omdat bedrijven organisatorisch niet bij machte zijn om ze te implementeren.

Gevolg is dat slechts 23 procent van het innovatiesucces wordt bepaald door technologische innovatie. De overige 77 procent komt door ‘sociale innovatie’, gedefinieerd als nieuwe manieren van managen, organiseren en werken. Bedrijven die flexibel georganiseerd zijn, ondernemend managen en investeren in vakmanschap relaiseren volges dit rapport 36 procent meer radicale innovaties en 29 procent meer incrementele innovaties.

Het goede nieuws is dat de topsector Chemie in het rapport, opgesteld door de Rotterdam School of Management, de Erasmus-universiteit en onderzoeksbureau Panteia/EIM, naar voren komt als voorbeeld van hoe het wel moet. Maar liefst 26 procent van de bedrijven in de sector wordt aangemerkt als koploper in zijn branche, en nog eens 40 procent als ‘ontwikkelaar’ die de koplopers op de voet volgt. De energiesector staat op nummer twee, met maar iets lagere percentages. Life Sciences & Health doet het met 17 procent koplopers en 19 procent ontwikkelaars wellicht minder goed dan je zou verwachten.

Het heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat de koplopers relatief vaak grote bedrijven zijn, met minstens 100 werknemers. Dan helpt het dat je als chemiesector vol multinationals zit.

Ook speelt een rol dat de chemische industrie relatief veel aan productinnovatie doet, maakt Volberda duidelijk. Waarna hij als voorbeeld - uiteraard - met DSM komt, en weer eens in herinnering brengt dat dit bedrijf ooit een kolenmijn was en sindsdien zichzelf een paar keer opnieuw heeft uitgevonden.

Opvallend is dat uit het onderzoek blijkt dat slechts 19 procent van de chemiebedrijven een formeel budget heeft voor R&D. En dat dit vervolgens het hoogste percentage van alle 9 topsectoren blijkt te zijn: het overall-gemiddelde bedraagt 3 procent. Desondanks geeft tweederde van alle bedrijven aan de afgelopen drie jaar aan R&D te hebben gedaan; uit welk potje dat wordt betaald is niet duidelijk.

bron: Radio1, ScienceGuide

 

Onderwerpen