De Nederlandse schaatsploeg in Vancouver kan beschikken over een etsmiddel dat de glijweerstand van de schaatsen met 4 procent verkleint. Onduidelijk is of dat wel mág, zo meldt de Telegraaf vanochtend (18 februari) op haar website.

Of het middel de afgelopen dagen daadwerkelijk is gebruikt, is niet bekend. Wel is er mee getraind, waarbij bleek dat de schaatsen zó glad worden dat de grip op de ijsbaan er soms onder lijdt.

Het middel zou in het diepste geheim zijn ontwikkeld door Dr.Ten in Wezep, het bedrijf van chemicus en ex-schaatser dr. Marnix ten Kortenaar. Dat gebeurde in opdracht van de KNSB en NOC*NSF. Als basis zou een oppervlaktebehandeling hebben gediend die ooit door NASA is bedacht om de wrijving van metalen onderdelen van de space shuttle te verminderen tijdens de start.

Het etsmiddel moet de avond vóór de wedstrijd op de glijvlakken van de schaatsen worden aangebracht, en dan ’s ochtends weer worden weggepoetst.

Wat er dan precies gebeurt is onduidelijk. Volgens de Telegraaf “blijft een microfilmpje achter dat ook bij hoge wrijving met een koude ondergrond op het ijzer (blijft) zitten.” Maar als het echt een etsmiddel is, kan het ook zijn dat het de scherpe kantjes van de korrelstructuur van het ijzer wegvreet en dat het ‘microfilmpje’ een mooie omschrijving van de ijzer-toplaag is.

De vraag is of de behandeling reglementair is toegestaan. De Telegraaf heeft het nagevraagd bij asistent-scheidsrechter Jan Augustinus, die wist te melden dat regel 223 van de Internationale Schaatsunie het gebruik van coatings verbiedt. In de versie van de regels die momenteel op internet staat (zie pagina 36) komt zo’n verbod echter niet voor.

Het is trouwens sowieso de vraag of een etsmiddel onder de definitie ‘coating’ valt of dat het gewoon een geavanceerde manier van schaatsen slijpen is.

In een reactie laat Ten Kortenaar weten dat hij contractueel verplicht is om zijn mond te houden over de uitvinding. “Daar houd ik me liever aan. Ik heb namelijk ook een gezin dat ik moet onderhouden.”

bron: De Telegraaf