Bisfenol A (boven) en bisfenol S.

Bisfenol S is voor de ontwikkeling van zebravisjes bijna net zo schadelijk als bisfenol A. Zoek dus liever een andere vervanger, schrijft UCLA-onderzoeker Nancy Wayne in het tijdschrift Endocrinology.

Dat bisfenol S (BPS) tot nu toe vrij algemeen wordt beschouwd (en verkocht) als veilig, zou dus wel eens kunnen komen doordat er eerder nauwelijks onderzoek naar is gedaan. Wellicht omdat er nog niet zo veel toepassingen zijn waarin bisfenol A (BPA) daadwerkelijk door BPS is vervangen.

Dat dat BPA schadelijk is voor mensen, is trouwens ook nooit keihard bewezen. Maar er verschijnen al minstens acht jaar publicaties over hormoonverstorende effecten van deze stof, waar onder meer polycarbonaat van wordt gemaakt. Met die collectie kun je inmiddels een aardige bibliotheek vullen. In een aantal landen bestaan al restricties op het gebruik van BPA, met name in babymelkflessen, en Wayne heeft naar eigen zeggen al haar serviesgoed van polycarbonaat de deur uit gedaan en vervangen door glaswerk.

Haar onderzoek bevestigt weer eens dat lage concentraties BPA effect hebben op zebravis-eitjes. De embryo’s ontwikkelen zich veel sneller en komen dus ook eerder dan gebruikelijk uit het ei. Maar nieuw is dat BPS in grote lijnen hetzelfde effect heeft, al lijkt de waslijst van genetische expressies waarop het ingrijpt wel een beetje korter.

Met groen fluorescerende eiwitlabels wist Wayne vast te stellen dat BPA-blootstelling het aantal endocriene neuronen in de hersenen met 40 % deed toenemen. Dat wijst er op dat het voortplantingssysteem overmatig wordt geprikkeld.

Bovendien kwam er uit dat BPA en BPS niet alleen inwerken op estrogeenreceptoren imiteren, maar ook signaalroutes beïnvloeden die werken via schildklierhormoon. Dat laatstewerkingsmechanisme lijkt helemaal nieuw.

Uiteraard bewijst dit zebravisjesonderzoek nog steeds niet dat de hoeveelheden BPA of BPS, die mensen vanuit hun omgeving ooit binnen krijgen, echt aantoonbaar schadelijk zijn. Maar het gemak waarmee dat BPS wordt afgedaan als ‘veilig’ lijkt wetenschappelijk óók niet helemaal verantwoord.

bron: UCLA