De kans op een verband tussen het Zika-virus en het de spierziekte van Guillain-Barré is fors toegenomen. Maar de kans dát het een tot het ander leidt bedraagt hooguit een paar promille, suggereert analyse achteraf van de Zika-epidemie in Frans-Polynesië die voor het eerst voldoende patiënten opleverde om er statistisch gezien iets zinnigs over te zeggen.

Er blijkt tevens uit dat het om een vrij aparte vorm van Guillain-Barré gaat.

In The Lancet verschenen zojuist de statistieken. Tijdens de epidemie, eind 2013 en begin 2014, werden 42 mensen met Guillain-Barré opgenomen in het ziekenhuis in Papeete, op Tahiti. Gemiddeld 6 dagen daarvoor hadden 37 van die patiënten symptomen gehad die op Zika konden duiden, en alle 42 hadden ze antistoffen tegen dat virus in hun bloed.

Om te bewijzen dat dat niet kwam doordat iederéén in Frans-Polynesië antistoffen tegen Zika in het bloed heeft, werden ook 98 mensen bemonsterd die om andere redenen in het zelfde ziekenhuis lagen. Daarvan bleken er inderdaad maar 54 die antistoffen te hebben.

Guillain-Barré, een aandoening die leidt tot verlammingsverschijnselen, wordt al langer geassocieerd met virusinfecties. Op Frans-Polynesië ligt dan knokkelkoorts nog meer voor de hand dan Zika. Maar niet alle patiënten hadden antilichamen tegen knokkelkoorts, en van de niet-patiënten bezat meer dan 80% die wél.

Het kan nog altijd toeval zijn, maar de kans is niet erg groot. Als het verband er wél is geeft het een indruk van de kans dat Zika tot Guillain-Barré leidt. Wanneer je weet dat op Frans-Polynesië 270.000 mensen wonen waarvan tweederde tijdens de epidemie is besmet met Zika, zou het om 24 gevallen van Guillain-Barré per 100.000 patiënten gaan. Ter vergelijking: in Europa, zonder Zika, is de kans om Guillain-Barré op te lopen 1 à 2 op de 100.000 per jaar.

Overigens hebben de 42 patiënten het allemaal overleefd, zij het dat een deel tijdelijk aan de beademing moest. Ze herstelden meestal zelfs sneller dan gemiddeld. Het leek telkens te gaan om acute motorische axonale neuropathie (AMAN), een van de minder bekende vormen van Guillain-Barré, maar de biomarkers die met AMAN worden geassocieerd werden meestal niet in het bloed aangetroffen. Dat suggereert dat het gaat om een geheel nieuw type Guillain-Barré, of iets dat er alleen maar heel erg op lijkt.

bron: The Lancet