Twentse microarray versnelt onderzoek naar kinetiek van antistoffen

De meting van de affiniteit van liganden voor een bepaald biomolecuul is flink te versnellen met een microarray waarop verschillende ‘proefveldjes’van die liganden zijn aangebracht, telkens in een andere concentratie. Dat melden Ganeshram Krishnamoorthy, Albert van den Berg en collega’s (MESA+-instituut voor nanotechnologie, Universiteit Twente) in het tijdschrift Analytical Methods.

Nu wordt die ‘binding affinity’ nog gemeten met een array waarop maar één concentratie van liganden is geïmmobiliseerd. Daarop wordt dan het biomolecuul in wisselende concentraties gedoseerd, waarbij de affiniteit kan worden bepaald via ‘surface plasmon resonance’. Nadeel is dat je een reeks afzonderlijke metingen moet doen en telkens tussen twee metingen die array moet schoonspoelen.

In Twente hebben ze nu laten zien dat je net zo goede resultaten krijgt wanner je niet de concentratie van dat biomolecuul varieert, maar die van het ligand. Voordeel is dat je al die ligandconcentraties op één en dezelfde chip kunt onderbrengen. Daar kun je dan ook in één keer je biomolecuul over verdelen, zodat je ook na één proef klaar bent.

Als ‘proof of principle’ is het uitgeprobeerd met twee combinaties van stoffen: microglobuline en zijn antistof, en menselijk IgG en zijn antistof. In beide gevallen bleken de resultaten van de nieuwe methode nauwelijks te verschillen van wat met de klassieke arrays werd gemeten.

bron: Technologiestichting STW

Onderwerpen