Copernicus teruggevonden dankzij genetische test

Een stoffelijk overschot dat begraven lag in de kathedraal van Frombork (Polen) heeft ooit toebehoord aan de beroemde astronoom Nicolaus Copernicus. Dat denken Zweedse genetici zeker te weten.

Copernicus was de eerste christelijke wetenschapper die ontdekte dat de aarde om de zon draait, en niet omgekeerd. Met de publicatie van die ontdekking, vlak voor zijn dood in 1543, tartte hij het kerkelijk gezag. Bijna een eeuw later werd Galilei nog door de Rooms-Kaholieke kerk gedwongen om afstand van Copernicus’ ideeën te doen.

In de kathedraal is tegenwoordig een Copernicus-museum gevestigd. Dat de geleerde er begraven lag was bekend, maar niemand wist precies waar. In opdracht van de plaatselijke bisschop gingen Poolse archeologen in 2004 op zoek naar de juiste plek.

Aan de universiteit van Uppsala is nu DNA uit enkele botten geanalyseerd. Dat is vergeleken met het DNA uit een viertal haren, die werden aangetroffen in een boek uit de universiteitsbibliotheek waarvan vaststaat dat het ooit van Copernicus is geweest. Twee van die haren blijken bij de botten te horen, en dat kan haast geen toeval zijn.

Overigens zeggen de Polen nóg twee aanwijzingen te hebben: de schedel is inderdaad van iemand die ongeveer 70 jaar oud was, en de vorm van die schedel klopt ook zo ongeveer.

bron: Associated Press

Onderwerpen