Een grasveldje vol afgedankte sculpturen is voor hoofdredacteur Esther Thole een geruststellende illustratie van hoe het kan aflopen met politici die hun waarheid willen afdwingen. 

Bij de ochtendkoffie lees ik dat Robert Kennedy, minister van volksgezondheid in de regering-Trump, wetenschappers die federale financiering ontvangen wil verbieden hun onderzoeksresultaten te publiceren in bepaalde medisch-wetenschappelijke tijdschriften. Dan hebben we het niet over discutabele titels van predatory publishers. Nee, Kennedy richt zijn pijlen op toonaangevende, invloedrijke bladen als de New England Journal of Medicine en The Lancet.

Die bladen, die toch gelden als de Nature en Science van het medische onderzoek, negeren volgens hem namelijk de “echte” wetenschap en om aan die ongewenste situatie aan eind te maken, wil Kennedy dat zijn ministerie zelf tijdschriften gaat uitbrengen waarin “echte, legitieme” wetenschappers hun werk presenteren. Wat is dat toch met die onuitroeibare neiging van sommige mensen om te denken dat alleen zíj kunnen en mogen bepalen, wat “waar” en “echt” en “legitiem” is.En dus ook wat niet waar, onecht en illegaal is.

Dat zou allemaal nog te verhapstukken zijn als die mensen lekker geïsoleerd ergens met folie op hun hoofd wat voor zich uit zouden brabbelen, maar zodra het mensen zijn met daadwerkelijke macht is de lol er snel af. Dan wordt het levensgevaarlijk. Het is namelijk maar een kleine stap van onderzoeksresultaten bestempelen als “onwaar”, naar wetenschappers labelen als “niet legitiem” en, nog een klein stapje verder, als “verrader”, want ze hebben blijkbaar niet het beste voor met het land en het volk.  

Waar zo’n giftig politiek klimaat toe kan leiden heeft de geschiedenis helaas maar al te vaak al duidelijk gemaakt. Onlangs was ik een paar dagen in Sofia en bezocht ik The Red Flat, een geweldige immersive experience. In dit kleine appartement van een doorsnee Bulgaarse familie dat nog helemaal is zoals in 1980 word je aan de hand van een audiotour meegenomen in het dagelijks leven van dit gezin. Het knappe is dat je een oprecht hartverwarmend verhaal te horen krijgt, over hoe er vaak vrienden over de vloer komen, welke uitstapjes ze maken, wat ze eten, etc. en dat voelt allemaal heel vertrouwd. Je leert de gezinsleden aan de hand van hun spullen een beetje kennen. Mensen zoals jij en ik.

‘Gelukkig is er een geruststellende beeldentuin’  

En tegelijkertijd is er in de achtergrond die constante dreiging van de keiharde, allesomvattende controle door het communistische regime. Welke boeken je leest, welke muziek je luistert, waar je op vakantie gaat - alles moet “legitiem” zijn. Wijk je af, dan ben je al snel een verrader. En in het Museum voor Socialistische Kunst, ook in Sofia, zie je vervolgens hoe zo’n regime daarmee omgaat.

Dat komt hard aan, maar gelukkig is er een geruststellende beeldentuin gevuld met afgedankte sculpturen van Lenin en diverse Bulgaarse partijbonzen, naast allerhande anonieme stralende landarbeiders en onverschrokken partizanen. Allemaal plompverloren bij elkaar geplant, ergens achteraf. De beeldentuin in Sofia - what’s in a name -  levert een wijze les. Want wie meent dat de waarheid iets is dat je kunt afdwingen en bezitten, tuimelt vroeger of later hard van het zelf beklommen voetstuk en eindigt roemloos in een onbeduidend grasveldje, als een curieus decorstuk in vrolijke selfies.