De industrie heeft dringend behoefte aan duidelijkheid. Want bij aanhoudende onzekerheid, is economische schade de enige zekerheid, schrijft Ann Wurman.  

Onzekerheid hoort bij ondernemerschap. Zal dat nieuwe product aanslaan? Is de klant bereid er een correcte prijs voor te betalen? Is onze strategie wel de juiste? Die vragen stelt elke ondernemer zich. Niemand kan de toekomst voorspellen en dat vraagt van ondernemingen doorgedreven flexibiliteit en veerkracht.  

Die veerkracht is de voorbije jaren zwaar op de proef gesteld. Sinds de brexit is een tijdperk van polycrisissen aangebroken. Van de wereldwijde strijd tegen een hardnekkig virus tot het oorlogsvirus zelf dat op Europese bodem uitbrak. Met een negatieve impact op inflatie, energiekosten, mondiale handelsrelaties en logistieke aanvoerlijnen, wat vooral de maakindustrie zwaar treft. Het ondernemersvertrouwen oogt pessimistisch, de wereldeconomie sputtert.

‘Er is nood aan een stabiel regelgevend kader’  

Maar ook die geopolitieke en macro-economische onzekerheid is niet nieuw. Ook dat maakt deel uit van ondernemerschap. Het houdt bedrijven scherp om tussen al die bedreigingen ook kansen te zien, hoe schaars ook. In Vlaanderen zijn we echter in een situatie beland waarin onzekerheid voor bedrijven nog de enige zekerheid is. Dat is een existentieel probleem. Net in hardnekkige crisistijden is er nood aan enige houvast, aan een stabiel regelgevend kader, aan politieke daadkracht om urgente beleidskeuzes in te passen in een industrievisie op de lange termijn. Dat beleidskader ontbreekt of staat op losse schroeven, op heel wat domeinen.  

Niets is nog zeker 

Aanvragen voor vergunningen worden niet meer behandeld of slepen ellenlang aan door quasi oneindige beroepsprocedures. Milieuregels missen coherentie en botsen almaar vaker met klimaatambities. De toekomstige energiebevoorrading – het kloppend hart van elke economie – blijft een vraagteken. Steunmaatregelen voor innovatie – de stuwkracht van ons industriële ecosysteem – worden in vraag gesteld in plaats van versterkt. In een ongelijk speelveld, met onduidelijke spelregels die om de haverklap wijzigen, is het voor industriebedrijven in Vlaanderen erg moeilijk om internationaal te blijven scoren en uitblinken.

Toch is dit geen klaagzang, maar een uitgestoken hand aan de beleidsmakers om samen een vuist te maken en de vele onzekerheden doeltreffend aan te pakken. Niet met extra regeltjes, maar met meer vertrouwen. Niet door een maatregeltje hier en daar, maar met een brede en coherente industrievisie. Niet door te wachten tot na de verkiezingen, maar door in de laatste maanden van deze legislatuur de cruciale randvoorwaarden juist te krijgen en weer meer zekerheid te creëren.  

Iedereen beseft dat er geen pasklare wonderoplossingen bestaan. Een ambitieus industriebeleid vereist een complexe evenwichtsoefening tussen ecologie en economie, tussen competitiviteit en duurzaamheid, tussen de koopkracht van vandaag en de welvaart van morgen. Er is in feite maar één zekerheid: dat de beleidsbeslissingen van de komende maanden beslissend zullen zijn voor onze welvaart van de komende decennia. Er resten ons nog iets meer dan 250 dagen tot de verkiezingen, al is ook dat nooit helemaal zeker. 

Ann Wurman is directeur essenscia vlaanderen. Dit is een ingekorte versie van haar bijdrage die op 26 september 2023 verscheen in De Tijd