Het middelbaar onderwijs komt scheikundeleraren tekort. Daar­om biedt de HAN de bachelor tot tweedegraads leraar natuur- en scheikunde in deeltijd weer aan. Maar er lijkt fors meer nodig om de tekorten aan te pakken.

Half maart maakte de Hoge­school Arnhem Nijmegen (HAN) bekend vanaf september opnieuw te starten met bacheloropleidingen tot tweedegraads leraar natuurkunde en scheikunde in deeltijd. Volgens het persbericht komt de HAN hiermee tegemoet aan de vraag vanuit het onderwijs naar leraren in exacte vakken.

HAN-woordvoerder Tamar Elissen meldt desgevraagd dat zich begin mei reeds 11 studenten hebben ingeschreven voor de nieuwe deeltijdopleiding en er nog 45 geïnteresseerden zijn. ‘We beogen een instroom van 15 studenten voor de gezamenlijke propedeutische fase.’ Elissen erkent dat naast de vacaturedruk in het onderwijs ook de flexibilisering van het deeltijdonderwijs bij de HAN de heropening van deze deeltijdopleiding mede mogelijk maakt. In 2013 werd een vergelijkbare deeltijdopleiding in een andere opzet nog gesloten wegens gebrek aan studenten.

 

Nieuw referentiekader

Huib van Drooge, docent scheikunde aan het Zaanlands Lyceum in Zaandam en voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurweten­schappen (NVON), bevestigt het tekort aan leraren natuur- en scheikunde. ‘Er zijn op dit moment absoluut leerlingen die geen scheikunde krijgen, omdat hun school geen docent kan krijgen. En niet alleen onderbouwleerlingen. Er zijn ook bovenbouwklassen die beduidend minder uren krijgen dan ze nodig hebben voor een gedegen examenvoorbereiding. En scholen die lessen in de vwo-bovenbouw noodgedwongen door ondergekwalificeerde docenten laten verzorgen.’

 

‘Het kan een andere populatie aantrekken’

Van Drooge denkt dat het niet nodig is meer voltijdsopleidingsplekken aan te bieden, maar een nieuwe deeltijdopleiding verwelkomt hij wel. ‘Ik heb niet de indruk dat reeds bestaande lerarenopleidingen overvol zitten. Maar een deeltijdopleiding kan een andere populatie aantrekken. Dat is goed.’

Ook de gepensioneerde maar niet minder ondernemende scheikundeleraar Arne Mast in Breukelen kan zich iets voorstellen bij het nieuwe aanbod van de HAN. ‘De voltijdopleiding is er al en kennelijk is het niet meer zo’n operatie om daar weer een deeltijd aan te koppelen. Als de HAN dichterbij is, hoef je niet meer naar Utrecht. Mooi toch?’ Volgens Mast zijn deeltijders vaak mensen uit een baan buiten het onderwijs. ‘Die nemen een nieuw referentiekader mee de klas in. Dat is zeker niet slecht. De opleidingen hebben echter niet de sleutel om het lerarentekort op te lossen. Die zit mijns inziens veel meer in het imago van en de waardering voor het lerarenvak.’

 

Dertig pubers

Van Drooge ziet liever de concurrentie­positie van leraren op de arbeidsmarkt verbeteren. ‘Te grote klassen en administratieve lasten maken het vak van leraar relatief zwaar, terwijl de beloning in vergelijking met andere delen van de ar­beids­markt te wensen over laat. Maar die oorzaken repareren vergt miljarden­inves­teringen door de overheid. Zolang daar geen zicht op is, kun je opleiden wat je wilt, maar blijven we geconfronteerd met tekorten.’

‘Maak eerst het vak aantrekkelijk’, vindt ook Henk Ubbels, een collega van Van Drooge in Zaandam. ‘Het is ontzettend goed en belangrijk dat onze jeugd een gedegen natuurwetenschappe­lijke opleiding krijgt. Maar dat verzorgen in een hok met dertig pubers is gekkenwerk, eerlijk waar.’ De elf ingeschreven deeltijders aan de HAN zijn gewaarschuwd.