In België, Engeland en Zweden is embryokweek voor onderzoek al toegestaan. De Gezondheidsraad en de Commissie Genetische Modificatie willen Nederland aan dat rijtje toevoegen.

Vanwege de recente stroomversnelling in DNA-modificatie­technieken, zoals CRISPR-Cas, willen de Gezondheidsraad en de Commissie Genetische Modificatie (Cogem) het verbod op humane embryokweek schrappen uit de Nederlandse Embryowet. Hoogleraar ontwikkelingsbiologie Christine Mummery van het LUMC is blij met het advies, omdat het ‘meer ruimte laat om humane embryo-ontwikkeling en onvruchtbaarheidsproblemen zoals herhaalde miskramen te onderzoeken’.

Regels

Mummery’s collega Susana Chuva de Sousa Lopes werkt aan eicelrijping buiten het lichaam. Zij voorziet geen grootschalige embryokweek in Nederland wanneer de Embryowet is gewijzigd. ‘Ik werk zelf zoals velen op een Europees budget. En dat geld mag je niet besteden aan embryokweek. Maar los daarvan, het is een heel gevoelig onderwerp. Veel onderzoekers willen die stap niet zetten. Zelf voel ik die twijfel ook sterk.’

‘Veel onderzoekers willen die stap niet zetten’

In Vlaanderen is embryokweek al meer dan tien jaar toegestaan. ‘Het gebeurt echter niet of nauwelijks’, vertelt Petra De Sutter, hoogleraar reproductieve geneeskunde aan Universitair Ziekenhuis Gent. De voorwaarde is dat je de onderzoeksvraag op geen andere manier kunt beantwoorden, bijvoorbeeld via restembryo’s. Verder moet het onderzoek draaien om een ernstige medische afwijking, niet om kinderen perfectioneren. ‘Maar het is vooral wetenschappelijk gezien nog vroeg’, stelt De Sutter. ‘De betrouwbaarheid en de veiligheid van de technieken moeten hoog zijn voordat ethische commissies goedkeuring geven.’

‘Er zijn nog veel rafelrandjes aan CRISPR-Cas’, vindt ook hoogleraar mitochondriële ziekten Jan Smeitink van het Radboud­Umc. ‘Rondom nieuwe technieken zijn altijd veel vragen. Daar moet je de tijd voor nemen’. Als voorbeeld noemt hij celkerntransplantaties, waarbij je de kern van een bevruchte eicel in een donoreicel brengt om een ernstige afwijking in het moederlijk mitochondriaal DNA te verhelpen. Engeland heeft na een lang traject als eerste toestemming gegeven voor een klinische trial. Smeitink: ‘Die is goed opgezet. De trial kijkt bijvoorbeeld naar de mogelijke verstoring van de communicatie tussen mitochondriën en celkern. Laten we eerst de resultaten afwachten voordat we zelf regelgeving verruimen.’

Chuva de Sousa Lopes ziet ook een toekomstig alternatief voor embryokweek. De vorderingen in het kweken van ei- en zaadcellen gaan snel. Afwijkingen daarin zou je kunnen corrigeren via CRISPR-Cas in de stamcel waaruit je een ei- of zaadcel kweekt. Stamcellen kun je kweken vanuit gewone lichaamscellen. De correctie zit dan al in de ei- of zaadcel vóór bevruchting. Een groot voordeel is dat er ruim tijd zou zijn voor onderzoek naar eventuele afwijkingen. ‘Bij embryo’s moet binnen zes dagen duidelijk zijn wat de consequenties zijn, dat is echt heel snel.’

Maakbare baby

De Vlaamse regels rondom embryokweek voldoen ook in het komende CRISPR-tijdperk, meent De Sutter. Maar nu de ‘maakbare baby’ dichterbij komt, is maatschappelijke discussie opnieuw nodig. De Sutter: ‘Welke aandoening vinden we ernstig genoeg om embryokweek te verantwoorden en welke niet? Vanuit medisch oogpunt gezien is kiembaanmodificatie een stap voorwaarts, maar er is ook de filoso­fische vraag of je het humaan genoom moet willen aanpassen.’ Zelf jaagt de hoogleraar de discussie aan met haar nieuwe boek De maakbare baby, dat verschijnt in september.

Alle discussie ten spijt, verwachten de wetenschappers dat de eerste maakbare baby ons zal verrassen. De Sutter. ‘Die wordt niet in Europa geboren, maar in een land waar wetgeving ontbreekt, zoals Oekraïne, Mexico of een Aziatisch land. Dat gebeurde ook met celkerntransplantatie.’