De CRISPR-Cas uitspraak van het Europese Hof van Justitie in de zomer van 2018 houdt de gemoederen nog steeds bezig. Het hof besloot om mutagenese via CRISPR-Cas toepassingen geen uitzonderingspositie toe te kennen, zoals dat wel het geval is voor klassieke mutagenese. De aanstaande Europese Commissie zal moeten besluiten of ze hier verandering in wil aanbrengen.

Onder de huidige Europese wetgeving bepaalt de modificatietechniek waarmee een plant of microbe verkregen is, of het uiteindelijke product een tijdrovende en geldverslindende veiligheidstoets moet ondergaan of niet. Hoewel oorspronkelijk niet zo beoogd, staat dit in de praktijk geheel los van de genetische veranderingen die zijn aangebracht, waardoor er met twee maten gemeten wordt.

Kijk naar de tomaat. De varianten zoals we die uit de winkel kennen, zijn het resultaat van jarenlange veredeling. Hierbij is gebruik gemaakt van klassieke mutagenese. De verkregen genetisch gemodificeerde planten hebben wettelijk gezien een uitzonderingspositie en hoeven niet als zodanig aangemerkt te worden. Ten opzichte van de wilde tomaat is het DNA van de consumptietomaat met meer dan tien miljoen basenparen veranderd. Dit alles is door de jaren heen veilig gebleken, hetgeen de validiteit van deze uitzonderingspositie bevestigt.

Wetenschappers hebben recent de wilde tomaat met CRISPR-Cas op zes plaatsen gemodificeerd waarbij ongeveer dertig basenparen aangepast zijn. Het resultaat is een soort kerstomaatje met meer vitamines en voedingswaarde en waarvan de planten minder ziektegevoelig zijn. Volgens de huidige Europese regelgeving moet zo’n tomaat de hele veiligheidsmolen door voordat het op de markt gezet mag worden. Veiligheidstoetsing eisen voor een verschil van dertig basenparen staat in schril contrast met het geen probleem maken van een verschil van tien miljoen basenparen. Hier lijkt de logica ver te zoeken. Daar komt nog bij dat handhaving van de huidige wetgeving onhoudbaar is. Van kleine veranderingen is niet aan te tonen of ze op natuurlijke manier verkregen zijn of niet. Genoeg redenen dus om hier anders mee om te gaan.

Onze minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Carola Schouten probeert Europese steun te krijgen om een lichte vorm van genetische modificatie een vergelijkbare status toe te kennen als klassieke mutagenese. Wetenschappers en belangenorganisaties pleiten ook voor vergelijkbare aanpassingen van de regelgeving. Het zal aan de nieuwe Europese Commissie zijn om daadwerkelijk actie te ondernemen.

In juni bleek de scheidend Europees commissaris voor Gezondheid en Voedselveiligheid Vytenis Andriukaitis tijdens de CRISPRCon bijeenkomst in Wageningen een fervent pleitbezorger van de voordelen van het gebruik van CRISPR-Cas. Het is te hopen dat zijn opvolger iets eerder van zich laat horen dan pas bij het moment van aftreden.

Hoe denk jij hierover? Deel het met ons via Twitter: @NBV_biotech

Richard van Kranenburg, buiten­gewoon hoogleraar bacterial cell factories, WUR