Amerikaanse onderzoekers willen niet-toxisch vloeibaar metaal gebruiken om een kankermedicijn af te leveren bij tumorcellen. Dit schrijft de North Carolina State University vandaag in Nature Communications.

De groep van Zhen Gu maakt nanobolletjes uit grotere bolletjes van een eutectische legering van gallium en indium die bij kamertemperatuur vloeibaar is. Onder invloed van ultrasone geluidsgolven in water splitsen de grotere bolletjes zich in kleinere. Twee gethioleerde liganden in het water hechten zich op het oppervlak van de nanobolletjes. Tegelijkertijd vindt er oxidatie plaats aan datzelfde oppervlak. Hoe deze oxidatie verloopt vermelden de onderzoekers niet. Wel zorgen de liganden en het oxideren ervoor dat de nanobolletjes niet weer fuseren tot grotere.

Het ene ligand bindt zich aan het antikankermedicijn doxorubicine. Het andere ligand werkt als receptor voor tumorcellen, die daardoor de nanobolletjes in hun geheel absorberen.

In de kankercel heerst een zuurder milieu dan daarbuiten, waardoor de oxidelaag van het nanobolletje oplost. Het doxorubicine komt vrij evenals losse galliumionen die de werking van het medicijn versterken. Zelfs resistente tumorcellen hebben er last van merken de onderzoekers op. De metingen zijn gedaan in een muis met eierstokkanker.

Volgens de onderzoekers is de legering niet toxisch en kan ze artsen helpen bij het lokaliseren van tumorcellen. De metalen verdwijnen na een paar dagen uit het lichaam en de nanobolletjes zijn op grote schaal te produceren volgens Gu.

Bron: North Carolina State University