Minstens één tropische vis zorgt dat hij naar koraal ruikt en niet naar vis. Daarmee is hij de eerste gewervelde diersoort die aan ‘chemische camouflage’ doet, blijkt uit het promotie-onderzoek van bioloog Rohan Brooker.

Het betreft Oxymonacanthus longirostris, een vijlvis (filefish) die poliepjes uit koraal vreet. Hoe hij het precies doet is nog onduidelijk. Maar er zijn aanwijzingen dat het iets te maken heeft met de aminozuurcocktail die uiteindelijk in het slijm op de schubben terecht komt, en die normaal gesproken zorgt voor de vislucht.

Brooker probeerde het uit met exemplaren van O. longirostris, die hij ving bij het Grote Barrièrerif voor de oostkust van Australië. Hij voerde ze twee soorten koraal en confronteerde ze toen met krabbetjes die maar op één van beide soorten voorkomen. De krabbetjes toonden zich onwerstaanbaar aangetrokken tot vissen die met hun ‘eigen’ favoriete koraal waren gevoerd. Maar vissen die ‘vreemd’ koraal hadden gegeten, lieten ze links liggen.

Ook stelde hij combinaties van vissen en koraal bloot aan kabeljauwen. Kwam het koraal overeen met het menu van de vis, dan roken de kabeljauwen geen prooi. Maar was die match er niet dan hadden de roofvissen gelijk door dat er méér dan alleen koraal in de buurt was, schrijft Brooker in Proceedings of the Royal Society B.

Bij ongewervelde diersoorten is zoiets wel eerder waargenomen. Zo bestaat er minstens één rups die ruikt naar de plantensoort waar hij op leeft. Maar voor gewervelde dieren is het waarschijnlijk een primeur.

Tenzij de menselijke reactie op het eten van asperges óók een voorbeeld van chemische camouflage is, natuurlijk. Maar wat stelt die lucht dan voor???

bron: GeorgiaTech