Aan de vluchtige stoffen boven een urinemonster kun je aflezen of iemand maag- of slokdarmkanker heeft. En dan heb je het niet eens over heel ingewikkelde biomarkers, blijkt uit een publicatie in Analytical Chemistry.

Volgens onderzoekers van Imperial College London moet je speuren naar verhoogde concentraties aceetaldehyde, aceton, azijnzuur, hexaanzuur, waterstofsulfide en methanol, en naar een lagere fenolconcentratie. Die lijst is waarschijnlijk niet compleet: er is maar naar 11 vluchtige organische stoffen gekeken en daarvan bleken alleen ethanol, propanol, methylfenol en ethylfenol onbruikbaar.

De concentraties zijn vrij eenvoudig af te lezen met selected ion flow tube mass spectrometry (SIFT-MS), een kwantitatieve MS-techniek die ooit is ontwikkeld voor ademanalyse. De procedure bestaat er uit dat je de urine in een potje doet dat je luchtdicht afsluit, waarna je door het deksel prikt met een injectienaald die via een slangetje aan de inlaatpoort van de MS is gekoppeld.

De concentratieverschillen zijn op zich niet groot genoeg om conclusies uit te trekken. Maar als je alle concentraties invoert in een computeralgoritme komt er een profiel uit dat wél redelijk betrouwbaar aangeeft of een patiënt nader onderzoek verdient.

Het zou voor het eerst zijn dat op een redelijk eenvoudige, niet-invasieve manier kan worden gescreend op de aanwezigheid van dit type tumoren. Nu komen die meestal pas aan het licht als de patiënt er serieus last van begint te krijgen, en dan is het meestal al veel te laat om er nog iets aan te doen.

bron: C&EN

Onderwerpen