Ik ben ongerust. Al sinds september vorig jaar. De aankondiging die maand van de fusie van de Duitse chemiereus Bayer met het door velen gehate Amerikaanse gentechbedrijf Monsanto zit me sindsdien helemaal niet lekker.

Voor de C2W-lezer zal het inmiddels duidelijk zijn dat ik een voorstander ben van gentechnologie. Een groot voorstander zelfs, volgens de antigentechbewegingen, maar met een van hun tegenargumenten ben ik het steeds meer eens. De macht over zaadveredeling, nieuwe gewassen en bestrijdingsmiddelen, en daarmee over de voedselketen, komt in handen van een zeer beperkt aantal multinationals. Een paar jaar geleden waren het er al heel weinig maar na drie grote fusies – Dow en Dupont, ChemChina en Syngenta, en binnenkort dus ook Bayer en Monsanto – blijven er slechts drie over. Een bedenkelijk en beangstigend gegeven.

Onderonsje

Doet Nederland nog mee? Nee! Wie gaat deze giganten in toom houden? De regeringen? Daar zag en ziet het niet naar uit. Na de presidentswissel in het machtigste land van de wereld ben ik pas echt ongerust over de aanstaande fusie en sinds 6 februari helemaal, want wat ik op die dag in Business Insider las, daar rijzen mij de haren van te berge. Half januari blijken de bazen van Bayer en Monsanto een ‘productief’ onderonsje in de Trump-toren gehad te hebben en de grootste baas aldaar is erg geporteerd van hun megalomane plannen. Op 17 januari schreef Het Financieele Dagblad onder de kop ‘Ook Bayer Monsanto door de knieën voor Trump’ dat deze combinatie de komende zes jaar de helft van hun agrarische onderzoeksbudget in de VS gaat spenderen en daarvoor enkele duizenden goedbetaalde hightechbanen creëert.

Zijn de Amerikaanse boeren er blij mee? Vermoedelijk niet. De meeste verwachten een prijsstijging voor zaad en bestrijdingsmiddelen, waardoor kleinere familiebedrijven zeker in de problemen komen. Gegevens van Farmers Business Network laten inderdaad zien dat een grotere marktdominantie correleert met hogere prijzen. En daar is geen enkele boer blij mee. Ik ben dus niet de enige die ongerust is.

 

Hans Tramper, emeritus hoogleraar bioprocestechnologie, Wageningen University & Research